U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Aantekeningen                                                                                                 < Previous      Next page >

Aantekeningen bij de twaalf hoofdstukken van het  Basisboek Duurzame Ontwikkeling, editie 2025.

De bronnen verwijzen naar de Literatuurlijst.

Hoofdstuk:   1    2    3    4    5    6    7    8    9    10    11    12

Inleiding en Hoofdstuk 1

  1. Roorda (2010).
  2. Boeken: Roorda (2001b; 2005a; 2008a; 2008b; 2009; 2012; 2015; 2020; 2021a; 2021b; 2021d; 2022); Roorda & Rachelson (2018). Overview: Roorda, Niko (no date). Artikelen en hoofdstukken: Roorda (1999; 2001a; 2004; 2005b; 2011b; 2014; 2018); Roorda & Pérez Salgado (2007); Roorda & Martens (2008); Martens, Roorda & Cörvers (2010); Brandli et al (2014).
  3. Boeken & artikelen over RESFIA+D: Roorda (2015; 2016); Roorda & Rachelson (2018; 2019).
  4. Achtergrondfoto: NASA Earth Observatory (2002).
  5. Morach et al (2022). Goed leesbare samenvattingen zijn beschikbaar: BCG (2022) en Carrington (2022).
  6. Mekonnen & Hoekstra (2010), tabel 1, p. 21; tabel 4, p. 27. De getallen betreffen wereldwijde gemiddelden.
  7. Hoekstra et al (2011).
  8. Xu et al (2022). Zie ook: Scientific American (2023).
  9. World Organisation for Animal Health (no date).
  10. Joosten (2022).
  11. Monbiot (2022).
  12. Poore & Nemecek (2018); Scarborough et al (2023).
  13. Wunsch (2023).
  14. Tsui (2023).
  15. IUCN (2022); WWF (2022); IPCC (2022b).
  16. ESA (2020).
  17. Wereld Natuur Fonds (2023).
  18. De term paradigmaverschuiving (paradigm shift) is ingevoerd door wetenschapsfilosoof Thomas Kuhn (1962), met betrekking tot ‘wetenschappelijke revoluties’, een term die werd geïntroduceerd door Koyré (1939).
  19. Dam Removal Europe (2022).  
  20. Deinet, S. et al (2020). Zie ook: World Wildlife Fund (2020).
  21. Dam Removal Europe (2023).
  22. Green (2002).
  23. Wackernagel et al (2019).
  24. Borucke et al (2013).
  25. WWF (2022), p. 66.
  26. Earth Overshoot Day (2024).
  27. Global Footprint Network (2023a).
  28. Global Footprint Network (2023b).
  29. Data: Global Footprint Network (2023a). Online productie cartogram: Go Cart (2023). Achtergrond en credit: Gastner et al (2018).
  30. Whitton (2012).
  31. Bekker (2022).
  32. Het lijkt erop dat de eerste aerobe organismen al voor het Grote Oxidatie Event bestonden, zie Jabłońska & Tawfik (2021).
  33. Global Footprint Network (2023c).
  34. Een rubric is een in het hedendaagse universitair en beroepsonderwijs veel gebruikt instrument om prestaties en vaardigheden te beoordelen en van feedback te voorzien, in de vorm van een lijst met criteria, voorzien van een schaal van punten of niveaubeschrijvingen van laag tot hoog, die aangeven hoe goed aan elk criterium wordt voldaan. Zie: Reddy & Andrade (2010); Stevens & Levi (2012); VU (2023).
  35. Grote groene muur: Sevgart (2021). Achtergrond, landkaart van Afrika: NASA (2002).
  36. Nature Editorial (2023).
  37. UNCCD (2023).
  38. Afrik21 (2023).
  39. Masterson (2022).
  40. Mitchell (2023).

Hoofdstuk 2

  1. NASA: Goddard Space Flight Center (2022). De afbeeldingen betreffen steeds de gemiddelden over de maand september.
  2. Carson (1962).
  3. WCED (1987).
  4. Serageldin (1996). Dankzij John Elkington (1998) kreeg de Triple P grote bekendheid en wordt intensief toegepast.
  5. World Resources Institute (2008), p. 164.
  6. Lafferty & Langhelle (1999).
  7. Anthropos (Grieks) = mens. Centrum (Latijn) = middelpunt. Imran, Alam & Beaumont (2014).
  8. Lamberton (2005).
  9. Prigogine (1996). Zie ook: een introductie door Johnson (2009), en voor meer details: Bertuglia & Vaio (2005). Voor het economisch systeem: Beinhocker (2006), Kirman (2011).
  10. University of Kansas (2022).
  11. Cullen (2020).
  12. Pfeiffer, Lisa & Cynthia Lin (2014).
  13. Khazzoom (1980).
  14. Jevons (1865).
  15. Font Vivanco et al (2022).
  16. Hardin (1968).

Hoofdstuk 3

  1. Bovenste grafiek: NOAA (2019); rechter gedeelte: Met Office Hadley centre (2024), overeenkomend met de onderste grafiek. De witte ‘wolken’ geven de betrouwbaarheidsmarges aan, waarbij de twee stippellijnen de P2,5- en P97,5-intervallen weergeven: het gebied ertussen omsluit dus het 2σ betrouwbaarheidsinterval. Onderste grafiek: Met Office Hadley centre (2024).
  2. Behalve door enkele instituten en personen, ‘klimaatontkenners’, bijvoorbeeld Smith (2021), die met behulp van pseudowetenschap (Kaufman & Kaufman, 2018; Nederlands: Hulspas & Nienhuys, 2021) en wetenschapsontkenning (Hansson, 2017) het tegendeel trachten aan te tonen. Veelal gebeurt dat in samenwerking met extremistische politieke stromingen en betaalde lobbyisten (Michaels, 2020; Oreskes & Conway, 2010 plus de daarop gebaseerde documentaire: Kenner (director), 2014). In veel gevallen wordt dat gecombineerd met allerhande complottheorieën en diverse ‘bewijzen’, bijvoorbeeld dat roken niet slecht is voor de gezondheid (Hulac, 2016). Voor een overzicht, download Appendix 7 van Roorda (2021, Nederlands) of Roorda (2022, Engels).  
  3. De Glossary van IPCC (2018) definieert: “Pre-industrieel: De periode van meerdere eeuwen vóór het begin van grootschalige industriële activiteit rond 1750. De referentieperiode 1850-1900 wordt gebruikt om de pre-industriële wereldgemiddelde oppervlaktetemperatuur (global mean surface temperature, GMST) te benaderen.”
  4. CBS (2022).
  5. NOAA (2022a).
  6. Zie bijv. Genge (2018); recente studies betwijfelen echter de significantie van vulkaanuitbarstingen voor het klimaat, zie bijv. DallaSanta & Polvani (2022).
  7. IPCC (2022a). Er is veel discussie over de vraag in hoeverre modellen met meer extreme uitkomsten, zogenaamde hot models, mee dienen te wegen of als uitschieters buiten beschouwing zouden moeten blijven. Zie: Rahimpour Asenjan et al (2023).
  8. Gebaseerd op Houghton (2015).
  9. NASA Scientific Visualization Studio (2022). Beide afbeeldingen hebben betrekken op het jaarlijkse minimum aan het eind van de zomer, ze zijn dus eerlijk vergelijkbaar.
  10. Houghton (2015).
  11. Augustin et al (2004). De naam Milanković wordt ook geschreven als Milankovitch.
  12. Rohde (2024). De afbeelding toont het temperatuurverschil tussen 2023 en het gemiddelde over de periode van 1951 tot 1980.
  13. Rantanen et al (2022).
  14. Bhatia, Kieran et al (2022); Sena et al (2022); Danso et al (2022). ‘Orkaan’ (Engels: hurricane) is de benaming in de Atlantische Oceaan en in het gedeelte van de Stille Oceaan aan de kant van Noord-Amerika. In de rest van de Stille Oceaan spreekt men van ‘tyfoon’ of ‘taifoen’, in de Indische Oceaan van ‘cycloon’, maar dat is allemaal hetzelfde. De algemene benaming is ‘tropische cycloon’.
  15. Guzman & Jiang (2021). Een record-overstroming in Noord-Bangladesh verjoeg in de zomer van 2022 meer dan 7 miljoen mensen uit hun woongebied: IFRC (2022).
  16. Carbon Brief (2022).
  17. Francis, Jennifer, N. Skific, S.J. Vavrus & J. Cohen (2022). Een toegankelijke toelichting staat in Francis (2022).
  18. Wang et al (2020).
  19. Saifi et al (2022).
  20. Oldenborgh et al (2021).
  21. Geng et al (2022); NASA JPL (2024).
  22. Zachariah et al (2022).
  23. Croker et al (2022).
  24. Baxter & Butler (2020).
  25. Rafferty (2022).
  26. Schumacher et al (2022).
  27. De Late Ming Dynasty Mega-drought (LMDMD), 1637-1643, was een van de oorzaken van de val van de Ming Dynastie in 1644. Chen et al (2020).
  28. Cook et al (2022).
  29. FIRMS (no date).
  30. Jenouvrier et al (2021).
  31. Turvey (2009).
  32. Mora (2022).
  33. IPCC (2022b).
  34. AON (2020), p. 12; geciteerd door Linden (2022).
  35. Lafakis et al (2019), p. 2.
  36. USGCRP (2022).
  37. Apap & du Perron de Revel (2021).
  38. Gladwell (2000).
  39. Heat Index Calculator: (2022c).
  40. Kang & Eltahir (2018).
  41. Halsall (2007).
  42. Vargas Zeppetello et al (2022).
  43. Christ et al (2023).
  44. Naughten, Holland & De Rydt (2023).
  45. NOAA (2017); NOAA (2022b). Andere schattingen zijn onder meer gemaakt door Bamber et al (2019); Box et al (2022); Van de Wal et al (2022); Turner et al (2023).
  46. IJsschots A-76 brak af op 20 mei 2021: Turner (2021). Conger ijsschots brak af op 15 maart 2022: Gudmundsson, Jenkins & Miles (2022). IJsschots breekt binnen een decennium af van Twaithesgletsjer: YouTube-video, CBS (2021). Uitgebreidere toelichting: YouTube-video, Weller, Mortimer & Rosen (producers, 2022).
  47. Gegevens ontleend aan McKay et al (2022); Kang & Eltahir (2018); Diaz & Rosenberg (2008); Kwiecinski & Babbin (2021). Achtergrond: NASA (2004). Zie ook: Ripple et al (2023).
  48. Caesar et al (2021); Van Westen, Kliphuis & Dijkstra (2024).
  49. Ditlevsen & Ditlevsen (2023).
  50. Lenton et al (2023).
  51. Hopcroft & Valdes (2022); Duque-Villegas et al (2022).
  52. IPCC (2022b), p. 263.
  53. Besl (2022). Voor een videoclip: NASA, Goddard Space Flight Center (2015).
  54. Breitburg et al (2018).
  55. Heron et al (2017).
  56. 56.     Hennekam et al (2020) ; Barth et al (2024).
  57. Chuvilin (2022).
  58. Zeeniveaus: Grant et al (2014). Temperaturen: Petit et al (2001).
  59. Steffen et al (2018).
  60. ESA (2022). Het principe wordt uitgebeeld in een videoclip: Financial Times (2022).
  61. REDstack (2020).
  62. Ook thorium kan worden toegepast. Dat wordt zelf niet gesplitst maar omgezet in uranium-233, dat als spijtingsmateriaal kan worden gebruikt.
  63. Om precies te zijn: voor fusiereacties worden deuterium en tritium gebruikt, twee isotopen van waterstof. Waterstof in de natuur bestaat slechts voor een klein percentage uit deuterium, maar voor een grote energieopwekking is zo weinig nodig, dat het water in rivieren en zeeën meer dan voldoende grondstof biedt om de energieproductie miljarden jaren gaande te houden zonder een risico op watertekorten. Tritium wordt in fusiereactoren gekweekt uit lithium.
  64. Kernfusie veroorzaakt aanzienlijk meer radioactief afval dan kernsplitsing, maar van een minder hoog risico: Gonzalez de Vicente et al (2022). Voor een overzicht van de nadelen van kernfusie als energiebron, zie Jassby (2017).
  65. Bishop (2022).
  66. Woodward, Han & Forbes (2021).
  67. Amiryar & Pullen (2017).
  68. Water: Pumped Thermal Electricity Storage, Benato & Stoppato (2018). Gewichten: Gravity Battery, Chaturvedi et al (2020).
  69. Molten salt energy storage (MSES). Mazur (2023). Een toegankelijke uitleg staat in TU/e (2022).
  70. Bui et al (2018). Aan CCS zijn ook nadelen en risico’s verbonden: zie Metz et al (eds., 2005).
  71. King, A.D. et al (2022).
  72. McQueen et al (2021); IEA (2022).
  73. Negative emission technology (NET). Tanzer & Ramírez (2019).
  74. Irvine et al (2016).  
  75. Biermann et al (2022); Sovacool, Baum & Low (2023).
  76. Shayegh, Moreno-Cruz & Heutel (2015). Voor een discussie over dit vraagstuk, zie Milman (2022). Een internationale commissie van wetenschappers en politici raadde in 2023 aan om nog niet te beginnen met geo-engineering, maar eerst meer onderzoek te doen en regels op te stellen: COC (2023).
  77. Lazard (2017), Lazard (2021).
  78. Lazard (2021), p.1.
  79. Enkele voorbeelden: Aldersey-Williams & Rubert (2019) rekenen de kosten voor decommissioning wel mee. Lai et al (2017) doen dat niet.
  80. BEIS (2018), p. 34.
  81. Of decommissioning van kerncentrales wel of niet wordt meeberekend in de LCOE, en zo ja, voor welke bedragen, verschilt van land tot land, afhankelijk van regeringsbeleid: zie World Nuclear Association (2017), p. 32.
  82. IEA (2024).
  83. Exxon: CNN, Paddison (2023), dat verwijst naar Supran et al (2023). Shell: Carrington & Mommers (2017); Mommers (2017); zij verwijzen naar Shell (1991). Overzichtsartikel: Mulvey & Shulman (2015).
  84. UNFCCC (2023).
  85. NewClimate Institute (2023).
  86. Bevolkingsomvang: UN DESA (2022a). Emissies: European Commission (2022a). De emissies betreffen de vier voornaamste broeikasgassen.
  87. Jenkins et al (2022).
  88. IEA (2021).
  89. MoEFCC (2022).
  90. UNEP (2022).
  91. UNEP (2023c).
  92. Climate Action Tracker (2022). De tabel geeft de verwachtingen weer van November 2022.
  93. Follow This (2024).  
  94. The Washington Post: Joselow (2022).
  95. Thunberg (2022).
  96. Nakate (2021).
  97. Eckstein, Kunzel & Schafer (2021).
  98. Chemnik (2022). G-20: om precies te zijn, zijn het de 19 grootste landen en de EU.  
  99. Rijkswaterstaat (geen datum).
  100. Oldeman & Jelsma (2022).
  101. CBS (2019).
  102. Onder meer in het Financieel Dagblad: Den Brinker (2012) en BNNVARA (2019).
  103. Rechtbank Den Haag (2015).
  104. In het Nederlands: Rechtspraak.nl (2019). In het Engels: Urgenda (2019). Een nabeschouwing van het hele proces, inclusief lessen voor toekomstige klimaatlitigatie, is Wewerinke-Singh & McCoach (2021).
  105. Bijvoorbeeld in Engeland: BBC (2019); in de VS: New York Times: Schwartz (2019).
  106. Baazil & Miller (2021).
  107. Een goed voorbeeld is Philips: zie Philips (2007, 2013); Philips (2018).
  108. Pakistan: Gill (2015). België: Germanos (2021). Duitsland: Connolly (2021). Ierland: Frost (2020). Colombia: Dejusticia (2018).
  109. Our Children’s Trust (2023).  
  110. Wewerinke-Singh & Hinge Salili (2020); Farand (2022).
  111. Sadai et al (2022). Een gecoördineerde strategie voor rechtszaken door AOSIS-leden is voorgesteld door Forbes (2021).
  112. Letterlijk vertaald: moord op het huis. Ecocide is gedefinieerd als: “het verrichten van onrechtmatige of moedwillige handelingen met de wetenschap dat er een aanzienlijke kans bestaat dat ernstige alsmede omvangrijke dan wel langdurige schade aan het milieu wordt toegebracht door deze handelingen”, waarbij: moedwillig = met roekeloze onverschilligheid voor schade die duidelijk buitensporig zou zijn in verhouding tot de te verwachten maatschappelijke en economische voordelen; ernstige schade = schade die een bijzonder ernstige negatieve verandering, verstoring of nadeel aan enigerlei onderdeel van het milieu behelst, met inbegrip van ernstige effecten op het menselijk leven dan wel natuurlijke, culturele of economische hulpbronnen; omvangrijk = schade die zich uitstrekt tot buiten een beperkt geografisch gebied, die staatsgrenzen overschrijdt, of die wordt geleden door een volledig ecosysteem of soort dan wel een groot aantal mensen; langdurig = schade die onomkeerbaar is of die niet binnen redelijke tijd langs natuurlijke weg kan worden hersteld; milieu = de aarde, haar biosfeer, criosfeer, lithosfeer, hydrosfeer en atmosfeer alsmede de kosmische ruimte. Bron: Stop Ecocide Foundation (2021), officiële Nederlandse vertaling. 

Hoofdstuk 4

  1. Wereldbevolking: Michael Kremer (1993); vanaf 1950: UN DESA (2022a). GWP: Bradford DeLong (1998); vanaf 1980: IMF (2022), 5-jaars gemiddelden.
  2. Dankzij de logaritmische schaal kun je de vermenigvuldiging van de wereldbevolking met de productie per capita in de grafiek bewerkstelligen door een optelling van de hoogten – gewoon in centimeters, voor ieder jaar afzonderlijk – van de twee curven.
  3. Boserup (1981).
  4. Het is moeilijk om een realistische voorstelling te maken van een instorting van een complete beschaving. Jared Diamond (2005) helpt daarbij, door te beschrijven hoe tal van oude en zelfs nog recente beschavingen instortten.
  5. Theoretische beschrijving: Molina & Rowland (1974), die daarvoor in 1995 een Nobelprijs ontvingen.
  6. Ontdekking 'gat' in ozonlaag: Farman, Gardiner & Shanklin (1985).
  7. Ozonlaag aantastende stoffen (oorzaak; blauwe curve, linker y-as): EEA (2020a). De percentages zijn ten opzichte van de waarde in 1986. Omvang van gat in ozonlaag (gevolg; rode stippen, rechter y-as): NASA, Goddard Space Flight Center (2022). Weergegeven is de jaarlijkse grootste gemeten omvang, circa september of oktober. De rode doorgetrokken curve & het transparant rode onzekerheidsgebied: eigen schatting van de auteur, goed overeenkomend met de onderste grafiek in WMO (2022), p. 10.  Achtergrondfoto: NASA Goddard Space Flight Center.  
  8. Op 9 januari 2023 bracht de VN-milieuorganisatie UNEP een persbericht uit (UNEP, 2023a) waarin werd meegedeeld dat de ozonlaag zich “volgens verwachting” herstelt. Het bericht was gebaseerd op een wetenschappelijke publicatie van enkele maanden eerder van de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO, 2022), die constateerde: het ‘gat’ boven Antarctica kan rond 2066 terug zijn op de omvang van 1980, dus grotendeels (maar nog niet helemaal) weg. Dat jaartal is behoorlijk onzeker, aldus de WMO: het zou ook 2050 of 2090 kunnen zijn. De lichtere schade elders in de wereld zou hersteld kunnen zijn rond 2040 of 2045, maar dat jaartal is “erg onbetrouwbaar”, schrijft het rapport. Het WMO-artikel meldde bovendien dat een ongeremde groei van cfk’s met 3 tot 3,5% per jaar een extra opwarming van de Aarde zou hebben veroorzaakt van 0,5 tot 1 °C in 2100; dat is ons bespaard gebleven dankzij het Montreal Protocol. Dat gunstige effect is mede het gevolg van een toevoeging aan het Montreal Protocol: het Kigali Amendment, 2016, dat HFK's verbiedt. HFK’s dragen niet bij aan de afbraak van de ozonlaag, maar wel aan het broeikaseffect. Na het UNEP-persbericht gingen journalisten direct opgetogen aan de slag. Dat ging niet altijd even zorgvuldig; zelfs de verslaggevers van serieuze nieuwsmedia bleken de WMO-publicatie niet of slecht te hebben gelezen. De Britse kwaliteitskrant The Guardian schreef (Milman, 2023): “De ozonlaag is op schema om in 2040 overal ter wereld volledig hersteld te zijn, behalve in de poolgebieden.” De grootste schade, die boven de zuidpool, werd aldus gebagatelliseerd, en de grote onzekerheidsmarge werd verzwegen. Ook werd er gesuggereerd dat de verwachte opwarming van de Aarde nu met een halve graad of meer naar beneden kon worden bijgesteld, wat niet juist was. In Nederland was De Volkskrant net zo slordig (Bolle, 2023): “De verwachting van de WMO is dat de ozonlaag in het grootste deel van de wereld in 2040 is hersteld.” De kop boven het Volkskrant-artikel was ronduit onwaar: “Ozonlaag in 2040 hersteld”. Een meteorologisch instituut, Weer.nl, vatte het WMO-artikel wel erg drastisch samen in de gelogen kop “Ozonlaag eindelijk bijna hersteld” (Huirne, 2023). Blijkbaar viel het woord “bijna” niet erg op, want prompt zongen velen in de sociale media dat de ozonlaag hersteld was. Goed nieuws, maar niet waar. Zie ook: Kessenich, Seppälä & Rodger (2023).
  9. Doyle (1991). Greenpeace (1997) citeert de CEO van DuPont, Richard E. Heckert, die op 4 maart 1988 – dus na de ondertekening van het Montreal Protocol – aan de Amerikaanse Senaat schreef: “DuPont blijft bij haar toezegging uit 1975 om de productie van volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen stop te zetten, indien het gebruik ervan een bedreiging vormt voor de gezondheid. Dit is in overeenstemming met DuPonts lang gevestigde beleid dat wij geen product zullen produceren tenzij die veilig kunnen worden gemaakt, gebruikt, behandeld en verwijderd met inachtneming van passende criteria inzake veiligheid, gezondheid en milieukwaliteit. Op dit moment wijst wetenschappelijk bewijs niet op de noodzaak van een drastische verlaging van de CFK-emissies. Er bestaat geen indicatie voor de bijdrage van CFK's aan een waargenomen verandering van de ozonlaag.”
  10. EEA (2020a).
  11. Supran & Oreskes (2017), Supran & Oreskes (2020), Supran, Rahmstorf & Oreskes (2023).
  12. Eby et al (2009).
  13. Data tot 2022: UN DESA (2022a). Vanaf 2022: UN DESA (2022b). Een ander model is Vollset et al (2020).
  14. De spreiding van de bovenste grafiek zou eigenlijk in de middelste grafiek voor ieder land afzonderlijk moeten worden weergegeven. Maar dat zou de figuur te onoverzichtelijk maken, dus per land/regio is alleen de meest waarschijnlijke waarde (de mediaan) weergegeven.
  15. Jared Diamond (1997) beschrijft dit proces op een boeiende wijze, die hem een Pulitzer Prize opleverde. Een andere visie is beschreven door Ester Boserup (1981).
  16. Roorda (2011a).
  17. Population Pyramids (no date). Op deze website kun je zelf elke denkbare bevolkingspiramide kiezen: van landen, regio’s of de hele wereld, voor ieder jaar tussen 1950 en 2100. (Vanzelfsprekend zijn de gegevens vanaf heden geen feiten maar verwachtingen.)
  18. Versed (2022).
  19. Rockström et al (2009a); Steffen et al (2015a); Wang-Erlandsson et al (2022); Rockström et al (2023). Voor een overzicht: Dixson-Declève et al (2022), p. 16-19.
  20. Meadows et al (1972). Het team bouwde voort op de dynamische modellen van Jay Forrester (1971).
  21. Malthus (1798). De massale genocide in Rwanda in 1994 wordt wel gezien als een hedendaags voorbeeld van een (Neo-)Malthusiaanse instorting op regionale of lokale schaal, zie André & Platteau (1998), Diamond (2005, hoofdstuk 10) en Yanagizawa (2006), hoewel er naast Malthusiaanse overbevolking en voedselschaarste ook andere oorzaken van het complexe drama waren: zie Boudreaux (2009), Verpoorten (2012) en Mitton (2022). Wat Malthus niet voorzag, was dat de systeemgrenzen niet alleen voortkomen uit een beperkte productiecapaciteit van voedsel en van grondstoffen voor kleding, huisvesting, transport, industrie. Niet de aanvoer blijkt het grootste probleem, maar de afvoer. De strengste systeemgrenzen zijn verbonden aan de beperkte vermogens van de natuur om ons afval en onze emissies ter verwerken en de schade die we aanrichten te herstellen: de ontbossing, de milieuvervuiling, het broeikaseffect. In 1968 publiceerde Paul Ehrlich een boek, ‘The Population Bomb’, dat eveneens waarschuwde voor de gevaren van overbevolking en hongersnood. Zijn boek kan worden gezien als een voorganger van Meadows’ ‘Limits to Growth’, maar nog niet voorzien van een uitgebreid computermodel dat het mogelijk maakte om complexe kwantitatieve scenario’s door te rekenen.
  22. Eerste update van het model: Meadows et al (1992); tweede update: Meadows et al (2004).  Bardi (2008) beschreef de bewogen geschiedenis van Limits to Growth (Meadows et al, 1972). Bardi (2011), Turner (2012), Turner (2014), Herrington (2021) en Tielbeke (2022) vergeleken het model met de op dat moment beschikbare data en concludeerden dat de ontwikkelingen op dat moment het beste overeenkwamen met het catastrofale BAU-scenario.
  23. Meadows et al (2004).
  24. Weaver et al (2000); Jansen (2003); Quist (2007). Backcasting als hulpmiddel voor hoger onderwijs voor duurzame ontwikkeling: Mandujano et al (2021); Ziegler & Porto-de-Oliveira (2022).
  25. Bhatia, Manas (2022).
  26. Marzec et al (2018); IPBES (2016), IPBES (2019).
  27. MA (2005b).
  28. MA (2005a), table 2.1.
  29. Voor de volledigheid: very low-level waste (VLLW), low-level waste (LLW), intermediate-level waste (ILW), high-level waste (HLW).
  30. Een paar voorbeelden: het isotoop europium-155 halveert in circa 5 jaar; samarium-151 in circa 90 jaar; technetium-99 in tweehonderdduizend jaar; jodium-129 in zestien miljoen jaar.  Na één halfwaardetijd is de hoeveelheid radioactief afval gehalveerd. Dat betekent niet dat alles na nog een halfwaardetijd verdwenen is, maar dat er dan nog de helft van de helft over is: het is een exponentiële daling. Na tien halfwaardetijden is de hoeveelheid teruggelopen tot ongeveer een duizendste van de oorspronkelijke hoeveelheid, want 210 = 1024.
  31. Pavlovskaya et al (2024).
  32. El-Showk (2022). Het oorspronkelijke doel was ingebruikname in 2024, maar eind 2023 verschenen er berichten over vertraging: NEI (2023). De lezer kan vaststellen of Onkalo inmiddels geopend is.
  33. King et al (2024).
  34. World Nuclear Association (2022). Zweden: Swedish Ministry of the Environment (2022), p.5.  Nederland: COVRA (2018), p.21. Dat rapport meldt tevens (p.14): “By 10,000 years, most of the short-lived radioactivity (…) will have decayed in-situ.” “Around the end of [the 100,000 year] period, the radiotoxicity (…) will be close to that of the original uranium ore from which it was manufactured.” Frankrijk: NEA (2008), p. 6. De hier verwachte periode van 500 jaar is toegepast in de figuur. Verenigde Staten: DOE Guideline 960.4–2–1. DOE (2001), p. 18. “DOE would disqualify a site if the pre-waste emplacement ground water travel time from the disturbed zone to the accessible environment is expected to be less than 1,000 years along any pathway of likely and significant radionuclide travel.” IAEA (2014): sectie 4.24, 5.3, I-14. De term “several thousands of years” is geïnterpreteerd als 3000 jaren, dus tot het jaar 5000. Volgende ijstijd: Ganopolski et al (2016).
  35. ‘Deep Time’ is geïntroduceerd door McPhee (1981). Hij schreef: “Elk getal boven een paar duizend jaar - vijftigduizend, vijftig miljoen - zal de verbeelding bijna even sterk verlammen.” Ialenti (2020) past het begrip toe op de toekomst van kernenergie en de opslag van radioactief afval. Zie verder Gordon (2021), en natuurlijk allerlei sciencefictionromans die oefenen met deep time.
  36. Tainter (1988), Diamond (2005), Harari (2011-2014), Van Bavel (2016) en Graeber & Wengrow (2021) beschrijven of noemen onder meer de instorting van het Akkadische Rijk in Mesopotamië (nu: Irak en Iran, 22e eeuw v.C.), het Oude Rijk (Egypte, 22e eeuw v.C.), Harappa Indus Vallei (India, 19e eeuw v.C.), Minoïsch Kreta (16e-15e eeuw v.C.), het Hittietenrijk (Turkije, 12e eeuw v.C.), de Myceense beschaving (Griekenland, 10e eeuw v.C.), het China van de Zhou-dynastie (5e-3e eeuw v.C.), het Romeinse Rijk (5e eeuw), het Islamitisch Abbasidenrijk (13e eeuw), de Vikingen op Groenland (14e eeuw), het Khmer Rijk (Angkor Wat, Cambodja, 15e eeuw), Groot-Zimbabwe (Afrika, 15e eeuw), Pitcairn Eilanden (Oceanië, 15e eeuw), het Mogulrijk (India, 19e eeuw), het Fulani-Sultanaat (West-Afrika, 19e eeuw), het Ottomaanse Rijk (Turkije, 19e–20e eeuw), Rwanda (Afrika, 20e eeuw), de Sovjet Unie (20e eeuw). In Noord- en Zuid-Amerika: de Moche IV beschaving (Peru, 6e eeuw), het machtige Maya-rijk (Midden-Amerika, 9e en 10e eeuw), het Tiwanamu-rijk (Bolivia, 11e eeuw), de Chaco Anasazi (Zuidwestelijke VS, 12e eeuw), de Hohokam (Arizona, 15e eeuw), de Mississippi Cultuur (15e eeuw), allemaal nog voor de komst van de Europeanen.
  37. Drace, Ojovan & Samanta (2022), p. 10, schreven: “Het sociale en politieke klimaat kan in de toekomst drastisch veranderen. Een les uit het verleden is bovendien dat ernstige economische tegenslagen en politieke of sociale veranderingen in de verre toekomst niet kunnen worden uitgesloten. De raming van de kosten van toekomstige verplichtingen bevat aanzienlijke onzekerheden aangezien zij over vele jaren in de toekomst worden geprojecteerd. Er zijn grote tijdsverschillen tussen de ontvangst van de inkomsten waaruit de kosten voor het beheer van kernafval moeten worden gedekt en de werkelijk gemaakte kosten.”
  38. Een waarschuwingstekst die is voorgesteld (Trauth, Hera & Guzowsti, 1993, p. F49-F50) luidt: “Deze plaats is een boodschap... en deel van een systeem van boodschappen... let op! Deze boodschap verzenden was belangrijk voor ons. We beschouwden onszelf als een machtige cultuur. Deze plaats is geen ereplaats... geen hooggewaardeerde daad wordt hier herdacht... niets waardevols is hier. Wat hier is, was gevaarlijk en weerzinwekkend voor ons. Dit bericht is een waarschuwing voor gevaar. Het gevaar is op een bepaalde positie... het neemt toe naar een middelpunt... het middelpunt van het gevaar is hier... van een bepaalde grootte en vorm, en onder ons. Het gevaar is nog steeds aanwezig, in uw tijd, zoals het was in de onze. Het gevaar is voor het lichaam, en het kan dodelijk zijn. De vorm van het gevaar is een energie-uitstraling. Het gevaar komt alleen vrij als u deze plaats fysiek verstoort. Deze plaats kunt u het beste mijden en onbewoond laten.”
  39. Mraz (2018) geeft een uitstekend overzicht en kijkt zelfs een miljoen jaar vooruit. Figuur 4.12 is gereproduceerd uit Van Wyck (2005), p. 73, die verwijst naar US Department of Energy, Compliance Certification Application, Figure IV-3.
  40. Enkele voorbeelden van waarschuwingen vanuit het Egyptische Oude Rijk, 4500 tot 5000 jaar oud: “Vervloekt zijn zij die de rust van een Farao verstoren. Zij die het zegel van deze tombe zullen verbreken, zullen sterven door een ziekte die geen dokter kan vaststellen.” (Hawass, 2000). “Wat betreft alle mensen die dit mijn graf zullen binnengaan, er zal een oordeel zijn; een einde zal voor hem worden gemaakt. Verder zal ik zijn nek grijpen als een vogel; verder zal ik het land grijpen; verder zal ik de vrees voor mijzelf in hem werpen.” (James, 1953). Deze waarschuwingen waren voor ons onleesbaar, totdat in de 19e eeuw het oud-Egyptische hiërogliefenschrift werd ontcijferd.
  41. Pimm et al (2014); Díaz et al (2019).
  42. Crutzen & Stoermer (2000), Crutzen (2002).
  43. Op een veel kleinere schaal hebben samenlevingen wel al een duurzaam evenwicht gevonden. Diamond (2005, hoofdstuk 9) noemt onder meer het kleine Polynesische eiland Tikopia; de hooglanden van Nieuw-Guinea, waar mensen al 46.000 jaar stabiel samenleven; en Japan tijdens de Tokugawa periode, die eindigde door verstoring door Amerikanen en Europeanen in de 19e eeuw.

Hoofdstuk 5

  1. Boven: Grandjean (2016). Onder: Abel & Cohen (2019).
  2. Columbus (1492). De originele tekst is enigszins ingekort en aangepast ter verduidelijking.
  3. Mann (2006).
  4. Columbus (1492).
  5. Burke (1998).
  6. Brotton (2006).
  7. De Eerste en latere Zelfbewustzijnsgolven zijn termen die in dit boek nieuw worden geïntroduceerd.
  8. Saliba (1994).
  9. Raynaud (2014).
  10. Geciteerd in Tarshis (1969).
  11. Copernicus (1543, posthumous).
  12. Woolhouse (1988).
  13. Our World in Data (2023a), gebaseerd op Becker (2019); de grafiek is aangepast op basis van een voortschrijdend gemiddelde.
  14. De Inquisitie begon in de dertiende eeuw in Frankrijk. zie: Peters (1989).
  15. Lijfeigenschap: situatie in middeleeuws Europa waarin pachtende boeren eigendom waren van een landheer en gebonden waren aan een stuk land dat eigendom was van een heer. De boeren leefden van de opbrengst; het overgrote deel van de oogst werd aan de heer overgedragen. Dit onderscheidde lijfeigenen van slaven, die gekocht en verkocht werden zonder verwijzing naar een stuk land.
  16. Rawley & Behrendt (2009).
  17. Lewis (2024); volgens EJI; Stevenson (2022) zelfs 12,5 miljoen. De geschiedenis van de transatlantische slavenhandel is beschreven door Blackburn (2010), en in de vorm van een atlas in beeld gebracht door Eltis & Richardson (2015).
  18. Woordgebruik, Slaaf of Tot slaaf gemaakte: In diverse talen wordt de term slaaf meer en meer vervangen door tot slaaf gemaakte. Veel media en journalisten, waaronder de Amerikaanse National Public Radio (McBride, 2023), hanteren de nieuwe richtlijn van Associated Press (AP, 2021) die beide termen acceptabel acht, en daarbij een verschil in betekenis aangeeft: slaaf verwijst naar “een persoon die als roerend goed of eigendom wordt behandeld”, terwijl tot slaaf gemaakte benadrukt dat “de slavenstatus is opgelegd aan een individu”.  Dit boek volgt deze richtlijn. Op verschillende plaatsen wordt de nadruk gelegd op de status als roerend goed of eigendom, en wordt de term slaaf gebruikt: de andere term zou daar te verhullend zijn. Zie bijvoorbeeld hoofdstuk 11, met de tekst: “Waar ooit de rijken en machtigen andere mensen beschouwden als slaven, als hun eigendom, dus als rechteloze dingen”.  Wood (2022) verwoordde het aldus: “Iemand als slaaf beschrijven vermindert zijn menselijkheid niet. Iemand tot slaaf maken vermindert zijn menselijkheid, wat de reden is om het niet te doen.”
  19. Als beginpunt van de Verlichting wordt vaak beschouwd: de dood van de Franse koning Lodewijk XIV in 1715. Voor het eindpunt is voorgesteld het begin van de Franse Revolutie, 1789, de dood van Immanuel Kant in 1804, of het eind van de Napoleontische Oorlogen in 1815. Zie: White (2018).
  20. Bruno (1584).
  21. Fitzgerald (2007).
  22. Newton (1687).
  23. Zo stelde Lavoisiers ontdekking van het element zuurstof hem in staat om te begrijpen wat verbranden en roesten nu precies is: Lavoisier (1782).
  24. Koyré (1939), Kuhn (1962).
  25. Hobbes (1651), Filmer (1680).
  26. Locke (1690); Rousseau (1762a) & (1762b) ; Montesquieu (1748).
  27. Kant (1795).
  28. Willaschek (2024).
  29. William was tevens Willem III, stadhouder van de Nederlanden, die in 1688 via de Glorious Revolution samen met zijn vrouw Mary II in Engeland, Schotland en Ierland aan de macht kwam.
  30. UK Parliament (retrieved 2024).
  31. Bristow (2023).
  32. Jefferson, Thomas & Committee of Five (1776).
  33. Het Nederlandse Plakkaat: Van Asseliers (1581). Over het ontstaan: Mout (Ed., 2018). Vergelijking tussen de beide teksten: Coopmans (1983). Niet iedereen is overtuigd dat de Nederlandse onafhankelijkheidsverklaring als bron gebruikt werd voor de Amerikaanse: Lucas (1994), Maier (1998).  
  34. Canada deed er veel langer over. In 1867 kreeg het gebied zelfbestuur onder Brits gezag, gevolgd door wettelijke autonomie in 1931 en volledige onafhankelijkheid in 1982.
  35. Frans: Liberté, égalité, fraternité. Als bedenker van de kreet wordt Desmoulins (1790) genoemd, maar dat staat niet vast. Zie: Leuwers (2018). Pas tijdens de Derde Republiek, eind 19e eeuw, werd dit officieel het nationale motto van Frankrijk.
  36. Eze (Ed., 1997).
  37. De namen en de grenzen zijn die van nu. De getoonde jaartallen van de kolonisatie zijn lang niet in alle gevallen eenduidig vast te stellen, en dus is er gekozen voor de meest logische jaren, al zal niet iedereen daar hetzelfde over denken.
  38. De Conferentie van Berlijn, 1884-1885, zie Förster, Mommsen & Robinson (Eds., 1988). In 1916 sloten het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, met instemming van Rusland en Italië, in het geheim het Sykes-Picotverdrag waarin iets vergelijkbaars gebeurde met het Midden-Oosten, zie: Fromkin (1989).
  39. Law (Ed., 1995).
  40. Frankema et al (2018).
  41. Hopkins (1995).
  42. Kea (1995).
  43. Na 1867: de dubbelmonarchie van het Keizerrijk Oostenrijk en het koninkrijk Hongarije.
  44. Aangezien het gebied nauwelijks door Frankrijk beheerst werd, was de Louisiana Purchase feitelijk de erkenning van het recht van de Amerikanen om het gebied op de inheemse bevolking te veroveren, een gelegenheid die president Thomas Jefferson met beide handen benutte.
  45. Of zo wordt in ieder geval beweerd. Zie: Bély (2005).
  46. Feinstein (2024).
  47. Brubaker (1996), Wimmer & Min (2006).
  48. Dit principe werd al vastgelegd in de Vrede van Westfalen, een tweetal verdragen die in 1648 een einde maakten aan een aantal Europese oorlogen.
  49. Wimmer & Feinstein (2010).
  50. De totstandkoming van natiestaten vergroot derhalve de kans op oorlogen, aldus Wimmer & Min (2006). Dat geldt ook voor oorlogen in het kader van de onafhankelijkheidsstrijd: Hobsbawm (2012); Grajzl et al (2024).
  51. Barnett (2016); Meierhenrich (2020).
  52. Lake (2015).
  53. Inozemtsev (2017); Etkind (2023).
  54. Chung (2018).
  55. Robinson & Mann (2021).
  56. Hickel (2021).
  57. Hansen (2006): p. 1, p. 11.
  58. Morris & Scheidel (2009), p. 77.
  59. Demographia (2023). Het getal betreft het grootstedelijk gebied (metropolitan area), net als de genoemde bevolkingsomvang van Athene.
  60. Polanyi (1944-2001); Lopez (1976).
  61. Petram (2011)
  62. Zie bijvoorbeeld Polanyi (1944-2001); Van Bavel (2016).
  63. Hume (1752).
  64. Smith (1776-1789).
  65. Hetherington (1983); Clark (1988).
  66. Say (1803). Zelf drukte Jean-Baptiste Say zich genuanceerder uit. Zo schreef hij: “Het is de moeite waard om op te merken dat een product niet eerder is gemaakt dan dat het vanaf dat moment een markt biedt voor andere producten in de volle omvang van zijn eigen waarde. Wanneer de producent de laatste hand aan zijn product heeft gelegd, is hij er het meest op gebrand om het onmiddellijk te verkopen, anders zou de waarde ervan in zijn handen afnemen. Hij is er ook niet minder op gebrand om het geld dat hij ervoor krijgt van de hand te doen, want de waarde van geld is ook vergankelijk. Maar de enige manier om van geld af te komen is door een of ander product te kopen. Dus alleen al de omstandigheid dat er een product wordt gemaakt, opent onmiddellijk een opening voor andere producten.” Say (1834), p. 138–139.
  67. Mill (1836); zie ook Persky (1995).
  68. Tittenbrun (2013).
  69. Hayek (1944); Friedman (1962). Zie ook: Jones (2014).
  70. Kindleberger & Aliber (2005)
  71. Reinhart & Rogoff (2009); Reinhart & Reinhart (2015). BCDI = Banking, Currency, Default and Inflation crisis index.
  72. Polanyi (1944-2001).
  73. European Commission (2024c).
  74. Apple Inc. (2024).
  75. Bucklew et al (2018).
  76. Amazon (2024). Het bedrag betreft de netto verkoop (net sales), d.w.z. de bruto verkoop min retourzendingen, voorzieningen en kortingen.
  77. Weise & Corkery (2021).
  78. Scheiber (2019); Streitfeld (2021).
  79. Hsu (2023).
  80. Herrera (2024).
  81. Wereldhandel: Ortiz-Ospina, Beltekian & Roser (2024), gebaseerd op Federico & Tena-Junguito (2016). Data vanaf 2015: World Bank (2024a). GWP en wereldbevolking: zie figuur 4.1.
  82. Gebaseerd op NREL (2023).
  83. Wilson (2017).
  84. CECC (2023).
  85. AfDB (2023).
  86. Facebook: MAUs, maandelijks actieve gebruikers: 3,05 miljard = 57.53% of all internet users. DAUs, dagelijks actieve gebruikers: 2.09 billion. Facebook Family: MAUs: 3.96 billion = 74.72% of all internet users. DAUs: 3.14 billion = 59.25%. Bron: Dean (2024).
  87. OAG (2023).
  88. Singapore Airlines (2024), geboekt in mei 2024.
  89. Petrosyan (2024).
  90. Apparasu (2020).
  91. Barchfield (2023). In 2016 werd een vredesovereenkomst gesloten tussen de Colombiaanse regering en FARC. Maar sindsdien zijn er nog diverse andere rebellenlegers over.
  92. Van der Zee (2016).
  93. Der Nederlanden (1998).
  94. Verseck & Feck (2019).
  95. US Census Bureau (2024).
  96. Elliott (2021).
  97. UNHCR (2023a).
  98. De UVRM is geen verdrag dat door staten ondertekend of bekrachtigd is, en is dus juridisch niet bindend. Wel verwijzen rechtbanken over de hele wereld naar de verklaring. Zie: Amnesty International (2023).
  99. UNHCR (2023b).
  100. BBC (2024).
  101. Gebaseerd op Jehoel-Gijsbers (2004); Jehoel-Gijsbers & Cok Vrooman (2007), met enkele aanvullingen.
  102. Presser (2005).
  103. Han (2024); ILO (2022).
  104. ABA (2018).
  105. Wilkinson (2017).
  106. Nouwens et al (2020); Kampanos & Shahandashti (2021).
  107. Arvonne Fraser (1999). Zij wijst op eerdere strijders voor vrouwenrechten, waaronder Christine De Pizan (1405) en Mary Wollstonecraft (1792).
  108. Oldeman & Jelsma (2022).
  109. UNFCCC (consulted April 2024). De grootste toezeggingen, elk ca. $ 100 miljoen, waren gedaan door Italië, Frankrijk en Duitsland. Het Verenigd Koninkrijk beloofde $ 50 miljoen, de VS $ 17,5 miljoen, Japan $ 10 miljoen.
  110. Hickel (2018); Patnaik & Patnaik (2021).
  111. Hickel (2021).
  112. AAA Executive Board (1947).
  113. UN (1966a), UN (1966b).
  114. Sullivan & Kymlicka (2009).
  115. Sachedina (2009); Gunn (2020).
  116. De Verklaring werd geüpdatet in 2020. De versie uit 1990 was sterk gebaseerd op de Sharia, die van 2020 niet. De Secretaris-Generaal van de Organization of Islamic Cooperation (OIC) noemde de 2020-versie (OIC, 2021) een “hedendaagse declaratie” (Al-Othaimeen, 2020). Voor de geschiedenis en interpretatie van de tekst, zie Littman (2003) en Mozaffari (2021).
  117. Zoals: ecologische economie: Polanyi (1944-2001); Georgescu-Roegen (1971); Schumacher (1973); Daly (1977 en 1991). Chrysalis economie: Elkington (2001). Evolutionaire economie: Beinhocker (2006). Donut economie: Raworth (2012). Experimentele economie, die veel meer dan de gangbare economische modellen gebaseerd is op empirisme en op experimentele toetsing: Bardsley et al (2009), Fréchette & Schotter (Eds., 2015). Complexiteitseconomie, die erop gericht is om aan de volle complexe realiteit recht te doen: Kirman (2011), en gedragseconomie die mensen serieus neemt en niet langer tracht hen te reduceren tot Homo Economicus: Thaler (2016). Omniconomie, gericht op een nieuw theoretisch fundament en een synthese van alle nieuwe modellen: Roorda (2021d, 2022).  Milieueconomie hoort niet in dit rijtje thuis, omdat die de milieuproblematiek binnen de dominante economische modellen behandelt.
  118. Baxter (2015).
  119. Babatola (2015).
  120. Gebaseerd op: UCDP (2023); Dupuy & Rustad (2018); Our World in Data (2023c).
  121. Tenzij iemand daar een passende formule voor ontwerpt. Een mooi onderwerp voor een promotieonderzoek.

Hoofdstuk 6

  1. SMART: Specifiek, Meetbaar, Aanvaard, Realistisch, Tijdgebonden. (De letter ‘A’ wordt vaak geïnterpreteerd als ‘Aanvaardbaar’ of ‘Acceptabel’, maar het staat pas vast dat iets aanvaardbaar is als het aanvaard is.) De term SMART werd geïntroduceerd door George Doran (1981), die de oorspronkelijke opsomming gaf: Specific, Measurable, Assignable, Realistic, Time-Related. Het begrip staat ook bekend als fit for purpose, met een nadruk op S, M en A.
  2. UN ECA (2001); UN DESA (2012).
  3. In feite startten de MDG’s niet op 1 januari 2001. Ze werden in augustus 2001 ontworpen en in september van dat jaar bekendgemaakt. (Dodds, Donoghue & Leiva Roesch, 2016).
  4. UN (2015).
  5. Dodds et al (2016).
  6. Deze en volgende korte inleidende zinnen voor elk van de 5 P’s zijn ontleend aan de Preambule van de SDG’s: UN DESA (2015).
  7. Ogenschijnlijk zijn het er 244, maar er zijn 12 dubbele, die aan meer dan één SDG gekoppeld zijn.
  8. UN DESA (2015): Preambule, eerste alinea.
  9. Pinker (2018); Rosling (2018).
  10. Pinkovskiy & Sala-i-Martin (2009); Worldbank (2023a).
  11. Hasell (2022).
  12. Woodward (2015)
  13. World Bank (2023a); Our World in Data (2023b).
  14. Hickel (2019a)
  15. Pritchett (2017)
  16. Pas op als je in een land in de Eurozone woont: ook al hanteren nogal wat landen dezelfde euro als munteenheid, toch is de omrekening niet overal hetzelfde, omdat het prijsniveau en dus de koopkracht per land verschilt.  
  17. UN (2015).
  18. Wudil et al (2022).
  19. Betrouwbaarheid: de mate waarin de uitkomsten van metingen vertrouwd mogen worden, doordat de meetmethode zorgvuldig is vastgesteld en uitgevoerd. Ten onrechte wordt ‘betrouwbaarheid’ meestal gedefinieerd als de mate waarin meetresultaten bij herhaalde meting opnieuw vastgesteld worden, doch dat is geen definitie maar een procedure om de betrouwbaarheid in een gegeven situatie te bepalen. Deze procedure is in het onderhavige geval niet uitvoerbaar, aangezien de weinig betrouwbare armoedecijfers van veel landen in de voorbije twee eeuwen (tot 1981) niet opnieuw gemeten kunnen worden; de data ontbreken eenvoudig.
  20. Ook wel: verborgen of ondergrondse economie. IMF (2021), p. 13. De Internationale Arbeidsorganisatie definieert informele economie als “alle economische activiteiten van werkenden en economische eenheden die – wettelijk of in de praktijk – niet of onvoldoende onder formele regelingen vallen, die geen illegale activiteiten omvatten, in het bijzonder het verlenen van diensten of de productie, de verkoop, het bezit of het gebruik van goederen die bij wet verboden zijn, met inbegrip van de illegale productie van en handel in drugs, de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, mensenhandel en het witwassen van geld, zoals gedefinieerd in de relevante internationale verdragen”. ILO (2015), section I2.
  21. Valenzuela-Garcia (2018); Taskinsoy (2023); Gunn & Deinne (2023).
  22. Quiros-Romero, Alexander & Ribarsky (2021).
  23. Consistentie betekent dat de verschillende delen van een definitie (zoals hier: armoede) en van de meetmethoden met elkaar overeenkomen, dus niet onderling strijdig zijn. Enigszins geforceerd kun je in dit geval volhouden dat de twee targets onderling consistent zijn, omdat target 1.2 het woord ‘extreem’ niet noemt.
  24. Target 1.2 is in twee opzichten anders dan target 1.1: niet alleen met betrekking tot een multidimensionale, niet-financiële benadering, ook ten aanzien van nationale definities. In navolging van gezaghebbende bronnen (Wereldbank, UNICEF) wordt hier en in hoofdstuk 10 met name gelet op de multidimensionale definitie. Zie: World Bank (2017), hoofdstuk 2; Chzhen et al (2017).
  25. Het betreft hier een combinatie van begripsvaliditeit (construct validity: meten de criteria wat er met het begrip bedoeld wordt?); inhoudsvaliditeit (content validity: omvatten de criteria een volledige beschrijving van alle relevante aspecten, is de ‘dekking’ compleet?); ecologische validiteit (geven de criteria de werkelijkheid realistisch weer?); en de minder bekende consequentiële validiteit (heeft de toepassing van de criteria de beoogde effecten in de samenleving?).
  26. De meningen lopen sterk uiteen over de vraag, welke SDG’s het meest belangrijk zijn. Zo plaatste een enquête onder een flink aantal experts SDG 10, minder ongelijkheid, op nummer 1 (Leitner, 2017), terwijl in een overzicht van nationale SDG-rapporten SDG 10 juist als het minst belangrijke doel naar voren kwam. (UN DESA, 2019a). In een ranglijst op basis van een Ipsos-onderzoek in samenwerking met het World Economic Forum (Ipsos, 2021) bestaat de top-3 uit de SDG’s 2 (honger), 1 (armoede) en 3 (gezondheid en welzijn), terwijl Kleespies & Dierkes (2022) verwijzen naar diverse bronnen, waarin één onderzoek SDG 13 (klimaat) en SDG 3 (gezondheid en welzijn) als prioriteiten aanwijst, en een ander onderzoek kiest voor SDG 2 (honger), SDG 6 (schoon water) en SDG 1 (armoede). In dit boek is de prioriteit gelegd bij SDG’s op sleutelposities, zoals de tekst weergeeft, dat wil zeggen bij SDG’s waarvan het succes een noodzakelijke voorwaarde is om de andere SDG’s tot een succes te maken.
  27. De term ‘ontwikkelingslanden’ wordt niet door iedereen correct geacht, onder meer omdat het woord onterecht veel landen op één hoop gooit. Zie: Barros Leal Farias (2023).
  28. Brainard & Chollet (Eds., 2007); Rice (2006).
  29. Sachs (2005); Puri (2005); BVZ (2017). Ook popidool Bono deed in 2016 zo’n voorstel: zie Zengerle & Wroughton (2016).
  30. Andersen et al (2020) schatten de verspilde hulp op 7,5%. Nogal wat bronnen noemen een percentage dat verloren gaat aan fraude en corruptie van 30%, of ‘maximaal 30%’, of 20%-40%, of zelfs 30%-67%; maar al die schattingen lijken te zijn gebaseerd op misvattingen of zijn weinig betrouwbaar. Zie: Wathne & Stephenson (2021): Corruption statistic no. 8, p. 23-25.
  31. Coups en couppogingen sinds 2019: 2019: Gabon, Soedan, Ethiopië. 2020: Mali, Centraal-Afrikaanse Republiek. 2021: Niger, Mali, Tunesië, Guinea, Soedan. 2022: Burkina Faso (2x), Guinee-Bissau, Mali, São Tomé en Príncipe, Gambia. 2023: Niger, Sierra Leone, Gabon.
  32. Fund for Peace (2024).
  33. Easterly (2006), hoofdstuk 8.
  34. Hickel (2017); Patnaik & Patnaik (2021).
  35. Führer (1996); Fritz & Raza (2017).
  36. Minoiu & Reddy (2009); Kilby & Dreher (2009); Bearce & Tirone (2010).
  37. Ono & Sekiyama (2023), Nhlangwini et al (2023).
  38. Kounou (2020).
  39. Bhattacharya et al (2023).
  40. Anajama (2021).
  41. Lee et al (2019).
  42. OECD/DAC (2022): Section 4.1, p. 15; Tabel A7.
  43. In 2020 was de toegevoegde waarde van de landbouwsector in de EU € 178,4 miljard. De omzet bedroeg 1,3% van het bbp van de Unie. De sector ontving € 54,4 miljard subsidie, dat is 30% van hun winst. Daarmee was de landbouwsubsidie veruit de grootste uitgavenpost op de EU-begroting. Bron: European Commission (2021).
  44. Easterly (2006), hoofdstuk 1.
  45. Grynspan (2023).
  46. World Bank (2022), p. XIII. Totale externe schuld = publieke schuld + publiek gegarandeerde schuld + private, niet gegarandeerde schuld + kortetermijnschuld (World Bank, 2022, p. 3).
  47. UN IATF (2022).
  48. De debt-to-GNI ratio. Zie: World Bank (2022), p. 3.
  49. World Bank (2023b).
  50. UNCTAD (2023): p. 10 en 19.
  51. Het IMF-bestuur is het Executive Board, dat beslissingsbevoegdheden bezit die zijn gedelegeerd door de Board of Governors (IMF, 2023a). Zetelverdeling: IMF (2023b).
  52. Zetel- en stemmenverdeling: IMF (2023b). Bevolkingsgegevens: UN DESA (2022b).
  53. Stemmenverdeling: IMF (2023b). Financiële quota: IMF (2023c).
  54. Grynspan (2023).
  55. Bretton Woods Project (2019), section 2.1; Hickel et al (2022), section 5.2; Mohammed (2022).
  56. Een fascinerende verzameling toekomstscenario’s voor de jaren 2030 tot 2050 zijn te downloaden via EU Competence Centre on Foresight (2020).
  57. Oldeman & Jelsma (2022).
  58. UNFCCC (consulted April 2024). De grootste toezeggingen, elk ca. $ 100 miljoen, waren gedaan door Italië, Frankrijk en Duitsland. Het Verenigd Koninkrijk beloofde $ 50 miljoen, de VS $ 17,5 miljoen, Japan $ 10 miljoen.
  59. Rubenstein (2007).
  60. Gegevens ontleend aan Dawes (2021). De afbeelding is niet bedoeld om koppelingen tussen SDG’s exact weer te geven, wat ook niet kan omdat de standpunten van experts daarover zeer verdeeld zijn, maar is slechts illustratief. Voor de overzichtelijkheid zijn de verbindingen ongericht weergegeven, en zijn alleen de positieve koppelingen getoond, gebaseerd op de data in Dawes (2021), tabel 2; de negatieve koppelingen, gekwantificeerd in tabel 3, zijn genegeerd.
  61. Meer voorbeelden van uitruil: Pham-Truffert et al (2020); Bandari et al (2022); Dawes (2022).
  62. Dodds et al (2016).
  63. Dodds et al (2016), p. 94 en 101.
  64. Dodds et al (2016), p. 38. In Niger is 28% van de meisjes al voor hun 15e verjaardag gehuwd; zie voor Niger en andere landen de interactieve website GirlsnotBrides (no date). In Iran is de huwbare leeftijd voor jongens 15, voor meisjes 13 jaar. Via rechterlijke tussenkomst kunnen mannen in dat land met hun nog jongere geadopteerde dochters trouwen. In 2010 trouwden op die manier 42000 meisjes tussen 10 en 14 jaar (Dehghan, 2013), en 716 meisjes jonger dan 10 jaar (Tait, 2012).
  65. Smith & Gladstein (2018).
  66. Hickel (2019b).
  67. Sustainable Development Report 2022: Sachs et al (2022).
  68. Schmidt-Traub (2015): $ 1400 miljard in dollars van 2013.
  69. Earth Charter Initiative (2000).

Hoofdstuk 7

  1. In de oudheid waren er soms al riolen, onder meer in Babylonië en het Romeinse Rijk. Maar een gesloten huis-aan-huisstelsel werd pas voor het eerst voorgesteld in Londen in de 19e eeuw, en na veel strijd aangelegd. Zie: Hamlin (1992). In New York begon de aanleg van zo’n systeem in 1849.
  2. Al in het laatste decennium van de vorige eeuw werd de mogelijkheid van een fijnmazig buizennetwerk voor consumentengoederen bestudeerd, al was dat nog niet gericht op aansluitingen op ieder huis afzonderlijk. Zie: Bangert, Piebenga & Jansen (1998).
  3. Voulvoulis et al (2022).
  4. Newton (1687).
  5. Aristoteles (ca. 350 BC-b), IV 1, 208b9-10; Aristoteles (ca. 350 BC-c), IV 3, 310a30-35.
  6. Grant (1994).
  7. Dijksterhuis (1950/1961); Dolnick (2011).
  8. ‘Zwaartekracht’ in de economie: Isard (1954); Tinbergen (1962); Baier & Bergstrand (2009).
  9. Dat wil niet zeggen dat het om een lineair proces ging dat altijd maar één kant op ging. Niet alle volken gingen over op de landbouw; en bepaalde volken keerden later terug naar een nomadisch bestaan. Zie: Graeber & Wengrow (2021).
  10. Allen (2009); Landes (2003).
  11. Halliday (2001). De miasmatheorie was afkomstig van de beroemde arts Hippocrates (ca. 400 BC: part 1).
  12. De grondlegger en eerste voorvechter van de pathogenenhypothese was John Snow (1853).
  13. Tulchinsky, Varavikova & Cohen (2023). Sommige aanhangers van alternatieve geneeskunde bestrijden tot op de dag van vandaag de ziektekiementheorie, zoals Novella (2010) en Gorski (2010) beschrijven.
  14. Factoren zoals 2, 5 en 20 zijn min of meer symbolische getallen, aangezien nogal wat verbeteringen niet exact in een getal kunnen worden uitgedrukt. De milieu-efficiëntie wordt wel uitgedrukt met de zogenaamde IPAT-formule: I = P∙A∙t, ook bekend als de ‘formule van Ehrlich’ of de ‘formule van Commoner’: zie Ehrlich & Holdren (1971); Barry Commoner (1972). Daarin is I = Impact (op grondstoffenvoorraad en milieu); P = Population, A = Affluence (welvaart), t = Technology, een maat voor de milieu-efficiëntie. Als I moet halveren, moet ook t halveren, dat wil zeggen: de milieu-efficiëntie moet verdubbelen doordat er maar half zoveel virgin materialen en energie worden ingezet en de milieuschade halveert. Houd je daarnaast ook rekening met welvaartsstijging, vooral voor arme landen, of met een groei van de wereldbevolking, dan moet de efficiëntie vergroot worden met een factor 4 (Von Weizsäcker et al, 1997), een factor 10 (Factor 10 Club, 1994), of – als je met beide rekening houdt – een factor 20 (Weaver et al, 2000); Quist, 2007). Voor een overzicht, zie Chertow (2001). Deze berekeningen zijn inmiddels enkele decennia oud maar zijn nog altijd actueel, aangezien de milieu-efficiëntie van lang niet alle producten drastisch is verbeterd. Er zijn gunstige uitzonderingen: het energiegebruik van diverse producten, waaronder koelkasten en woningen, is flink verbeterd.
  15. Jansen (ed., 1997); Roorda (2001a). Zie ook: Brezet, Bijma, Ehrenfeld & Silvester (2001), Kobayashi (2005) en Gaziulusoy & Brezet (2015), die een model met vier niveaus onderscheiden, inclusief functie-innovatie. Drijvende steden: zie WCFS (2023).
  16. Rotmans (2007), p. 37.
  17. Loorbach & Rotmans (2010).
  18. Mao Zedong (1956). Dit beroemde citaat is prachtig. Het vormde echter de start van een ontwikkeling die eindigde met de terechtstelling van vele Chinese intellectuelen die aan Mao’s oproep gehoor gaven.
  19. Letterlijk, voor de aanleg van glasvezelkabels voor supersnel internet.
  20. Rotmans (2007), p. 37.
  21. Grin, Rotmans & Schot (2010), p. 2.
  22. Kurzweil (2006); Krüger (2021); Jorion (ed., 2022); Tüfekçi Can (2023).
  23. Roose (2023).
  24. Namelijk: circa 3 Wh. Luccioni, Jernite & Strubell (2023), p.5.
  25. Hintemann & Hinterholzer (2022); zie ook International Energy Authority (2023).
  26. Verma, Pranshu (2023); Dash & Sharma (2023); Łabuz & Nehring (2023).
  27. EEA (2012); EEA (2023a); EEA (2023b). Het doel van Fit for 55 voor 2040 (90% reductie) is op het moment van schrijven van deze tekst niet vastgelegd maar door de Europese Commissie aanbevolen, teneinde het (wel vastgelegde) doel voor 2050 (100% reductie) te kunnen halen. Wellicht is het 90%-doel ten tijde van het lezen inmiddels wel vastgelegd. Voor de curve van de Energy Roadmap in de periode tussen 2020 en 2030 is een natuurlijk traject verondersteld. Dat geldt ook voor Fit for 55 tussen de doelen van 2030, 2040 en 2050.
  28. Fit for 55 dankt zijn naam aan het doel van 55% emissiereductie. Nadat in 2023 een andere berekeningswijze werd geadopteerd, waarbij carbon sinks meegerekend worden, leverde een herberekening een percentage van 57% op. De bijstelling van 55% naar 57% is dus geen aanscherping van het doel. Figuur 7.2 vermeldt voor 2030 de aangepaste waarde van 100% - 57% = 43%. Zie: European Parliament (2022).
  29. European Commission (2024a).
  30. Om precies te zijn: het bbp groeide van $ 6,50 biljoen naar $ 16,74 biljoen, dus met een factor 16.74 / 6.50 = 2,575. Die stijging is echt, want hij is gecorrigeerd voor inflatie: de beide bedragen zijn omgerekend naar dollars van 2024. In koopkracht uitgedrukt, steeg het bbp van PPP$ 6,23 biljoen in 1990 naar PPP$ 24,44 biljoen in 2022, en groeide dus met een factor 3,92. (De getallen zijn ontleend aan World Bank, 2024b).
  31. De emissie daalde tot 68,3% t.o.v. 1990. De CO2-efficiëntie verbeterde dus met een factor 2,575 / 0.683 = 3,77. In koopkracht is de efficiëntieverbeteringsfactor 3,92 / 0,683 = 5,74.
  32. Voor een online overzicht van de EU zelf: zie European Commission (2023c).
  33. European Commission (2020a).
  34. EEA (2020b).
  35. European Council (2023); European Parliament (2024).
  36. European Commission (2020b).
  37. European Commission (2020b).
  38. Het ging om een wetsvoorstel genaamd Sustainable Use of Pesticides Regulation (SUR). Zie: European Commission (2022e); PAN Europe (2024).
  39. European Commission (2023d).
  40. European Commission (2022d).
  41. European Commission (2023e).
  42. NHTSA (2023).
  43. EU (2023).
  44. European Commission (2020c); Sarkki et al (2022).
  45. Tagliapietra & Lenaerts (2021).
  46. BMWi (2020).
  47. O2 Federatie (2023).
  48. NOAA (2022b).
  49. Morales (2022).
  50. Schefold et al (Eds., 2004).
  51. Goodell (2017), hoofdstuk 11. Ter vergelijking: voor de Hollandse kustbescherming werd in 1955 wettelijk een hoogte vastgelegd die statistisch hooguit eens in de 10.000 jaar tot een overstroming leidt (Van der Vleuten & Disco, 2004, p. 303). Sinds 2017 is de wettelijke norm gerelateerd aan sterfte, en eist de wet een kans op overlijden door overstroming van hooguit eens per 100.000 jaar, zie Dutch Water Sector (2016).
  52. City of Miami (2021).
  53. Gibson (2019), en vervolgens UN-Habitat (2022).
  54. Oceanix (2023).
  55. Maldives Floating City (2022).
  56. Clarke (1962, 2000).
  57. Geciteerd uit: Roorda (2021d); Roorda (2022).
  58. De overeenkomsten en verschillen tussen transities en transformaties worden door uiteenlopende auteurs verschillend uitgelegd (zie bijv. Smith, Stirling & Berkhout, 2004 en Anderson & Anderson, 2011), vermoedelijk op grond van verschillende wetenschappelijke culturen in uiteenlopende onderzoeksgemeenschappen, zo schrijven Hölscher, Wittmayer & Loorbach (2018). Veel experts beschouwen de woorden als (min of meer) synoniem. In navolging daarvan doet ook dit boek dat. Loorbach (2022) schrijft over “transformatieve verandering door radicale transities”. Nadere indelingen zijn gemaakt, bijvoorbeeld door Feola (2015), tabel 2, met o.a. doelbewuste transformaties, voortschrijdende transformaties, maatschappelijke transities, socio-ecologische transities, etc.
  59. Dit citaat wordt doorgaans aan Mark Twain toegeschreven, maar of dat correct is, is twijfelachtig. Zie: Quoteresearch (2014).
  60. Feola (2015), Patterson et al. (2016).
  61. Olsson et al (2006), Folke et al (2010), Park et al (2012). Soms worden geen drie maar vier fasen onderscheiden, inclusief een voorontwikkelingsfase: zie Geels and Schot (2007), De Haan and Rotmans (2011). Loorbach et al (2017) verdeelt de S-kromme in vijf delen: experimenteren, versnellen, emergentie, institutionaliseren, stabiliseren, en voegt een dalende S-curve toe voor de afbraak van het oude ‘regime’, waardoor een ‘X-curve’ gevormd wordt.
  62. Frankopan (2023).
  63. Feola (2015).
  64. Bij een top-down initiatief spreken De Haan & Rotmans (2011) van reconstellation, bij bottom-up van empowerment.
  65. Geels and Schot (2007) en Loorbach et al (2017) spreken van Multi-level Perspective (MLP); Folke et al (2010) van multiscale en multilevel. Zie ook Rotmans (2007), p. 37, die schrijft over een spiraalwerking, en Rotmans, Loorbach & Kemp (2007), p. 7, over co-evolutie.
  66. Denk aan de beroemde PDCA-cyclus: Plan, Do, Check, Act, ook bekend als de Deming Cirkel: Deming (1986).
  67. Noëth et al (2023); zie ook Loorbach et al (2017).
  68. Goldstone (2001). Zie ook: De Haan & Rotmans (2011), tabel 3.
  69. De EU AI Act, zie: European Parliament (2023).
  70. Frankenfeld, H.C. (1927): The Floods of 1927 in the Mississippi Basin. Monthly Weather Review Supplement No. 29, 1927.
  71. Rotmans, Loorbach & Kemp (2007), p. 8-9.
  72. De Haan & Rotmans (2011).
  73. Data: Yahoo! Finance (2024).
  74. Rotmans, Loorbach & Kemp (2007), p. 15.
  75. Het gezegde komt in verschillende vormen voor. Bruce Sterling (1994): " De oplossingen van vandaag zijn de problemen van morgen." Peter Senge (1990, 2006), chapter 4: “De problemen van vandaag komen voort uit de 'oplossingen' van gisteren.” Albert Einstein schreef, zo wordt vaak beweerd: "We kunnen onze problemen niet oplossen met dezelfde denkwijze die we gebruikten toen we ze creëerden." En ook: "De wereld zoals wij die hebben gecreëerd is een proces van ons denken. Ze kan niet veranderd worden zonder ons denken te veranderen." Het is echter onduidelijk of deze citaten werkelijk van Einstein zijn. Calaprice (Ed., 2005) vermoedt dat ze door anderen zijn afgeleid uit wat Einstein werkelijk schreef: "Een nieuwe manier van denken is essentieel als de mensheid wil overleven en naar hogere niveaus wil evolueren." (Einstein, 1946).
  76. Lancet (2021).
  77. Sharpe et al, 2016.
  78. Hopkins (2008), p. 55.

Hoofdstuk 8

  1. Foto’s, van boven naar onder: Sharp (2017); Conall (2018); Hososhima (2010).
  2. Quammen (2012-2020).
  3. Chomel et al (2015).
  4. Epstein et al (2008).
  5. Temmam et al (2022).
  6. IUCN (2022-2).
  7. Om precies te zijn, over een vervormbare onderlaag, de asthenosfeer. Zie bijv.: Gupta et al (eds., 2011).
  8. Het verhaal van de woeste geschiedenis van onze planeet wordt op een boeiende manier verteld in hoofdstuk 1 van Frankopan (2023).
  9. Leakey & Lewin (1995); Broswimmer (2002); Kolbert (2014).
  10. IPCC (2022b).
  11. WWF (2022), p.4.
  12. WWF (2022). Definitie van 'populatie': Westveer et al (2022), p. 8. Europa en Midden-Azië: idem, p.10.
  13. Pimm et al (2014); Barnosky et al (2011); Ceballos et al (2015); IPBES (2019), p. 229, 238; IUCN (2022): Table 1a, update 9 December 2022; Schickhoff et al (2024).
  14. IUCN (2021).
  15. Westveer et al (2022).
  16. Monbiot (2013).
  17. Main et al (2021); Gaudreault et al (2022); O'Reilly & Stanley (2023).
  18. Whitehorn, P.R. et al (2012).
  19. Van der Sluijs et al (2014); Erickson (2022), verwijzend naar EPA (2022).
  20. Een kenmerkend voorbeeld is Forbes et al (2015), betaald door CropLife America, onderdeel van CropLife International, de vereniging van agrochemische bedrijven, die zichzelf omschrijft als “promotes agricultural technologies such as pesticides and plant biotechnology” (bron: CropLife Europe, 2020). Ongeveer de helft van de auteurs van deze publicatie zijn medewerkers van de producenten van insecticiden: Bayer (incl. Monsanto), Syngenta, Arcadis, BASF. Het artikel dringt aan op de ontwikkeling van nieuwe methoden van onderzoek, een proces dat – samen met de toepassing van die nog te ontwikkelen methoden – decennia kan duren.
  21. Oreskes & Conway (2010).
  22. PAN Europe (2023).
  23. Patterson & Mclean (2018).
  24. Bourguignon (2016).
  25. Peillex & Pelletier (2020); Idris et al (2023); Talyn et al (2023); Helander et al (2023).
  26. IPCC (2022b).
  27. CEOBS (2020).
  28. Westing (1984); Young (2009); Zierler (2011); Martini (2012).
  29. My et al (2021).
  30. UN General Assembly (1998-2010): artikel 8, 2b (iv).
  31. Bingle (2023).
  32. Stop Ecocide International (2023).
  33. Frisso (2023).
  34. Turco, Toon, Ackerman, Pollack & Sagan ("TTAPS", 1983).
  35. Bijvoorbeeld in een oorlog tussen India en Pakistan: Toon et al (2019).
  36. Evans (1999); Ferry & Raffinot (2019).
  37. UNEP (2019); zie ook: UNEP (2023b).
  38. CITES (no date).
  39. CBD (2020); zie ook: IPBES (2019). De doelen worden jaarlijks geüpdatet en aangevuld, zie CBD (2024).
  40. Williams (2022).
  41. Abnett & Strauss (2023).
  42. European Commission (2023a).
  43. European Commission, Wegefelt (ed., 2008).
  44. Gravesen & Funder (2022); Sileshi (2023). Zie ook de andere hoofdstukken van Dagar et al (eds., 2023).
  45. WUR (2023), Brandon (2023).
  46. Brondízio, Eduardo Sonnewend et al (eds., 2019).
  47. Rockström et al (2009a) en Rockström et al (2009b). Zie ook: Steffen et al (2015a) en Steffen et al (2020). Gebaseerd op het werk van Rockström et al, werd door Kate Raworth een model geïntroduceerd dat veel bekendheid kreeg, onder de naam Donut Economie. Zie: Raworth (2012), Raworth (2017).
  48. Richardson et al (2023); Rockström et al (2023).
  49. UNEP (2020); Ferrero (2022).
  50. De term ‘ecologische efficiëntie’ werd geïntroduceerd door Schaltegger & Sturm (1990, 1992). Er zijn uiteenlopende definities van het begrip; die van Schaltegger & Sturm, of variaties daarop (zie OECD, 2008 en Desli, 2021), is het meest gangbaar: ecologische efficiëntie is de verhouding tussen de economische toegevoegde waarde en de ecologische impact die daarbij ontstaat.
  51. Er zijn verschillende definities van ecologische efficiëntie (EE), kortweg eco-efficiency, die onderling niet overeenkomen. In dit boek wordt de definitie gehanteerd van de OECD (1998; 2008): “de efficiëntie waarmee ecologische hulpbronnen worden gebruikt om aan menselijke behoeften te voldoen. Het kan worden beschouwd als een verhouding van een output gedeeld door een input: de ‘output’ is de waarde van producten en diensten die door een bedrijf, een sector of de economie als geheel worden geproduceerd, en de ‘input’ is de som van de milieudruk die door het bedrijf, de sector of de economie wordt gegenereerd.” Zie ook: Kuosmanen & Kortelainen (2005). Hoofdstuk 9 biedt een formule waarmee de aldus gedefinieerde EE daadwerkelijk berekend kan worden. Maar het Europees Milieuagentschap (EEA, 1999) en andere bronnen gebruiken de term ‘eco-efficiëntie’ als de gewenste toename daarvan, welbeschouwd dus niet EE maar ΔEE, hetgeen wetenschapstheoretisch opmerkelijk is. Het onderscheid werd gesignaleerd door WBCSD (2000), p. 8. Nog andere bronnen verwerken een combinatie van economische als ecologische factoren in de definitie. Om het nog ingewikkelder te maken: in contexten waarin geld wordt uitgegeven ten behoeve van het milieu, wordt EE juist omgekeerd gedefinieerd als de ecologische opbrengst gedeeld door de financiële investering, bijv. Picardo et al (2023).
  52. Alexander et al (2016).
  53. Alexander et al (2016).
  54. Millison (2021).
  55. iFarm.fi (2020); de kleuren zijn bewerkt teneinde paars licht te tonen.
  56. Namkung, Victoria (2022).
  57. Johnson (2022), Matthews (2023).
  58. Prywes et al (2023); Gionfriddo et al (2023).
  59. Whang & Apaydin (2017); Wang et al (2019); Tian et al (2021).
  60. De Steur (2022).
  61. Lv et al (2022).
  62. Ghimire et al (2023).
  63. Le Page (2023).
  64. Valdés & Lecaros (eds., 2023). In het bijzonder de hoofdstukken 38-40: ethiek: Valdés & Lecaros (2023); veiligheid voor mens en milieu: Chapela & Hilbeck (2023); duurzaamheid en ecologie: Krimsky (2023).
  65. Erokhin & Komendantova (2023).
  66. Mason-D’Croz et al (2022); Morach et al (2022).
  67. Voorstander van terug naar de natuur: Palmgren et al (2015). Kritisch over biologische landbouw: Kirchmann (2019).
  68. UNCLOS (2023).
  69. Hiddink et al (2017).
  70. Manam (2023).
  71. Hoekstra & Mekonnen (2011). Ook: Mekonnen & Hoekstra (2010); Mekonnen & Hoekstra (2011); Hoekstra et al (2011).
  72. Clarke & King (2004).
  73. Yunus et al (2016). De aanwezigheid werd pas rond 2000 ontdekt. In de eeuwen daarvoor, en helaas nog altijd, leden honderdduizenden Bangladeshi aan arsenicumvergiftiging, waaraan velen overleden.

Hoofdstuk 9

  1. WTI Crude Oil Prices per barrel. Op 22 april 2020: US$ 11,26; op 8 mei 2022: US$ 123,70. En op 17 maart 2023: US$ 66,74. Bron: Macrotrends (2023).
  2. Milieudefensie (2022).
  3. Meredith, Sam (2023).
  4. California (2023); Gelles (2023).
  5. Schattingen voor zulke piek-momenten zijn erg moeilijk te maken, en worden dan ook zo nu en dan fors bijgesteld. Zie hoofdstuk 11, en zie: McGlade (2012); De Koning et al (2018).
  6. Singh (2022).
  7. Simon-Lledó et al (2023) ; Fox (2023); Diaz-Recio Lorenzo (2024).
  8. DSCC (2024).
  9. Scholaert (2022).
  10. Miljødirektoratet (2023).
  11. Fouche & Adomaitis (2023).
  12. Matteucci, Luca (2022).
  13. McDonough & Braungart (2002).
  14. Design for Disassembly (DfD) wordt ook aangeduid als Design for Recycling (DfR) of Design for Environment (DfE). Zie: Michael (2016); Broughton (2023).
  15. Fuji Electric (2024).
  16. Fujifilm (2022).
  17. Philips (2007, 2013); Philips (2018).
  18. Curran (ed., 2017); Hauschild et al (2018). Open source software voor de uitvoering van LCA’s is gratis te downloaden (OpenLCA, 2023).
  19. Resultaten verkregen met Pré (2007); enkele gewichtsfactoren zijn geactualiseerd. Het aluminium model scoort beter, omdat dat gebruik maakt van een thermoskan, en het kunststof model van een warmhoudplaatje.
  20. De methode met weegfactoren wordt Life Cycle Impact Assessment (LCIA) genoemd. Rosenbaum et al (2018); Hauschild et al (2018), p. 167-169; Koch, Friedl & Mihalyi (2022). Een omvangrijke database t.b.v. LCIA kan vrijuit gedownload worden (CML, 2016).  
  21. Roorda (2021c).
  22. Stahel (2019).
  23. Geissdoerfer et al (2020).
  24. Kunst: Clic Recycle (2023). Kleding: Johnston (2020). In de marketing wordt recycling vaak onterecht upcycling genoemd, als marketing-trucje of om voor consumenten die moeite hebben met bijvoorbeeld gerecycled voedselafval, de aanvaardbaarheid te vergroten. Zie: Weber & Dasnois (2021); Idrishi et al (2022).
  25. De rangorde van reduce tot en met stort, wordt ook wel de Ladder van Lansink genoemd. Zie: Lansink (2017).
  26. Rödger et al (2018).
  27. Skantze (2005). Landbouw: Baum & Bienkowski (2020).
  28. Overzicht: Splinter (2022). Melk: Van Duursen & Van der Leeuw (2016). Braziliaanse koffie: De Groot Ruiz (2013).
  29. Melk: Van Duursen en De Leeuw (2016). Bananen: De Groot Ruiz (2018). Indiase katoen: IDH en True Price (2016)
  30. De Bruyn, Warringa & Odegard (2018). Rund: een gewogen gemiddelde van vleeskoeien (17%), melkkoeien (75%) en kalfjes (8%). Kip: een gewogen gemiddelde van leghennen (20%) en vleeskippen (80%). Klimaatschade: door broeikasgassen, waaronder kooldioxide en methaan. Milieuschade: verzuring, eutrofiëring, fijnstofvorming, humane toxiciteit, ecotoxiciteit, smogvorming, emissie van o.a. ammoniak (NH3). Oppervlakte, biodiversiteit: Zowel in landen met veeteelt, als internationaal door de verbouw van voedergewassen ten behoeve daarvan. Subsidies: zowel international, bijv. door de EU, als door nationale overheden. Dierziekten: bijv. varkenspest, BSE (‘gekkekoeienziekte’), mond- en klauwzeer, vogelgriep, blauwtong, Q-koorts. Voor het rund zijn er enkele externe baten: de landschappelijke kwaliteit van weidegebieden, bijv. schoonheid en rust. De omvang daarvan, die het totaalbedrag met €0,20 vermindert, is in de figuur weggelaten.
  31. Een overzicht van de rapporten van True Price en van de toegepast berekeningsmethoden, voorzien van downloadlinks, is gepubliceerd door Groot Ruiz et al (2018).
  32. Ellen McArthur Foundation (retrieved 2024).
  33. Zeeman (2023).
  34. Mazzucato (2020).
  35. De wereldwijde optelsom van all bbp’s, het bruto wereldproduct (gross world product, gwp), werd in het begin van hoofdstuk 4 al geïntroduceerd.
  36. Stiglitz & Walsh (2006), p. 490; Parkin (2012), p. 85; O’Sullivan, Sheffrin & Perez (2014), p. 102; Sexton (2016), p. 305; Case, Fair & Oster (2020), p. 134.
  37. Productie en inkomsten: Statista (2023a). Bosverlies: Global Forest Watch (2023).  
  38. Olieproductie: Gainullin (2022). Inkomsten: OEC (2023). NB de bekende en/of de winbare olievoorraad is wellicht niet afgenomen, als gevolg van eventuele nieuwe olievondsten, technologische ontwikkelingen of marktbewegingen. Maar de feitelijke voorraad is exact evenveel afgenomen als eruit is gehaald: iets anders is fysisch en biochemisch onmogelijk.
  39. CA$ = Canadese dollar. Productie en inkomsten: Statista (2023b). Schade aan natuur en bevolking: Leahy (2019); Kusnetz (2021).
  40. UNSD (consulted 2023). De experimentele, nog niet uitontwikkelde versie heet Experimental Ecosystem Accounting, SEEA-EEA. Zie ook: Capitals Coalition (2021).
  41. Turpie et al (2022).
  42. De Jongh et al (2021); Van Berkel et al (2021). Bbp van Nederland in 2018: € 771 miljard (Ministerie van Financiën, 2019).
  43. Harper (2022); Van de Ven (2022).
  44. Monbiot (2018): “Defining Earth’s resources as ‘natural capital’ is morally wrong, intellectually vacuous, and most of all counter-productive.”
  45. Luck et al (2012).
  46. Engels (Collins, 2016): Capital = “wealth available for or capable of use in the production of further wealth, as by industrial investment.” Wealth = “large amount of money and valuable material possessions.” (Kapitaal = rijkdom die beschikbaar is voor of gebruikt kan worden in de productie van verdere rijkdom, zoals door industriële investeringen. Rijkdom = grote hoeveelheid geld en waardevolle materiële eigendommen.) Duits (Duden, 2019): Kapital = „Alle Geld- und Sachwerte, die zu einer Produktion verwendet werde, die Gewinn abwerft.“ (Kapitaal = Alle financiële en materiële bezittingen die worden gebruikt voor productie die winst oplevert.)
  47. Bordt (2018).
  48. Zo noemt de befaamde managementmethode Six Sigma een rijtje van vijf productiefactoren, de ‘5 M’s’: Machines, Materialen, Mensen, Methoden, Moeder Natuur. (Andere M’s worden daarnaast of in de plaats ervan ook genoemd, onder meer Metingen, Management, Maintenance, Missie, Money.) Zie: Bradley (2016).
  49. Een methode om dat te doen is de vaststelling van ‘willingness to pay’ (Loomis & White, 1996; Richardson & Loomis, 2009), die in een onderzoek onder de Amerikaanse bevolking werd geschat op $12 per huishouden per jaar per soort, hetgeen een kostenpost als gevolg van uitstervende soorten opleverde tussen $29 miljard en $71 miljard per jaar. (Hsiung & Sunstein, 2007; Johnston, 2007.)  Markandya et al (2008) raamde de gezondheidsopbrengst voor mensen van de aanwezigheid van de gierenpopulatie op $2,4 miljard per jaar; zie ook Johnson & Hackett (2016), p. 36.
  50. Roorda (2021d, 2022).
  51. Minstens 3% per jaar, volgens Hickel (2020). Dat betreft niet schijnbare groei als gevolg van inflatie, maar echte groei, gecorrigeerd voor inflatie.
  52. Winter en Leenaarts (2015): “Als de lening na verloop van tijd weer wordt terugbetaald, wordt het gecreëerde geld weer aan de reële economie onttrokken en is het saldo tussen geldcreatie en geldvernietiging in feite nihil. Daar is echter niet alles mee gezegd. Over de lening dient immers rente betaald te worden, terwijl het geld daartoe niet gecreëerd is. Dit rentebedrag moet door de participanten in de reële economie bijeengebracht worden door inkomsten te genereren. (…) In feite moet de samenleving steeds harder werken om geld te vergaren dat nodig is voor het betalen van schulden en rente. Dat kan alleen als men erin slaagt de inkomsten aanzienlijk te laten stijgen. (…) Zo komen we als samenleving terecht in een noodgedwongen situatie van exponentiële groei.”
  53. Heilbroner (1953). Beunder (2015): “Wanneer spaartegoeden niet worden geïnvesteerd zal een deel van het verdiende inkomen niet terugvloeien in de economie, met een recessie tot gevolg.” Dat kan alleen voorkomen worden indien het spaargeld wordt ingezet voor uitbreidingsinvesteringen.
  54. Kalshoven (2008). Nog andere redenen voor een noodzakelijke groei zijn genoemd, zoals: toename van arbeidsproductiviteit en van kosten voor gezondheidszorg (Ayres, 2008; Jackson, 2009); investeringen i.v.m. milieuproblemen (Lomborg, 2001, 2004); overheidsinvesteringen; concurrentiepositie (Mulder & Koster, 2008); armoedebestrijding, maar zonder herverdeling, en derhalve groei voor allen (Joseph Stiglitz, in een interview met Mulder en Koster, 2008, pag. 69-74).
  55. Dittrich et al (2017)
  56. Harrod (1965, p. 77)
  57. Orrell, David (edition 2017). Economische wetten lijken dus meer op politieke dan op fysische en chemische wetten.
  58. Kennedy (1995); Daly (1996); Mulder & Koster, 2008; Jackson (2009); Gilding, Paul (2011); D’Alisa et al (eds., 2014); Daly (2014); Hickel (2019b); Hickel (2020); Schenderling (1922); Chausson et al (2023); Fakhri et al (2023); Wolters (2023).
  59. Solow (1973). Zie ook Georgescu-Roegen (1971) en Erreygers (2009)
  60. UNEP (2010), waarin de volgende definities (p. 18-19: Dematerialisatie = vermindering van de doorvoer van materialen in menselijke samenlevingen.  Absolute dematerialisatie = afname van de totale hoeveelheid materiaalinput in een samenleving. Relatieve dematerialisatie = afname van materiaalinput per eenheid bbp of per hoofd van de bevolking. Ontkoppeling = vermindering van de relatie tussen economische variabelen (bijv. bbp of hdi) en milieuvariabelen (bijv. gebruik van hulpbronnen of milieu-indicatoren). Ontkoppeling van hulpbronnen = vermindering van de relatie tussen economische groei en het verbruik van land, materiaal, water en energiebronnen. Ontkoppeling van impact = vermindering van de relatie tussen economische groei en milieueffecten zoals klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en aantasting van de menselijke gezondheid. Relatieve ontkoppeling = positieve groei van de milieurelevante parameter, maar minder dan de economische parameter. Absolute ontkoppeling = nul of negatieve groei van de milieuparameter.
  61. Voor dat doel zijn indicatoren ontwikkeld, waaronder de Domestic Material Consumption (DMC), zie Voet et al (2005). Dittrich et al (2017) constateerden: “In een globaal perspectief toonden de meeste landen ofwel geen ontkoppeling, of een ‘relatieve ontkoppeling’ voor de onderzochte periode. Slechts een minderheid van de landen, waaronder Duitsland, Italië, Japan en het Verenigd Koninkrijk, bereikte ‘absolute ontkoppeling’, wat een daling van de DMC betekent in absolute termen. Dit betekent echter niet noodzakelijk dat deze landen een ‘groene groei’ realiseerden. Integendeel, deze prestatie kan ook of gedeeltelijk het gevolg zijn van uitbestede materiaalintensieve productie en dus van een verschoven milieudruk, die wordt genegeerd door de DMC-indicator.” Zie ook Hickel (2019b); Hickel (2020).
  62. Hickel & Kallis (2019)
  63. Lent (2017)
  64. Daly (2014)
  65. B Corp is iets anders dan Benefit Corporation, een term die in de VS een wettelijke vastgelegde betekenis heeft. De begrippen zijn wel verwant, want Benefit Corporations zijn tot stand gekomen dankzij inzet van B Lab, en het komt regelmatig voor dat de wettelijke status een tussenstap is op weg naar B Corp certificering.
  66. B Lab (2023).
  67. Ben & Jerry’s (2022).
  68. Geïnspireerd door KPMG (2023), p. 7. Zie ook: Ecolabel (2023); Standardsmap (2023).
  69. De woorden ‘verantwoordelijkheid’ en ‘verantwoording’ worden nogal eens door elkaar gehaald, maar ze zijn niet gelijk aan elkaar. Verantwoordelijkheid neem je op je, je draagt hem. Dat is iets dat bij jou van binnen gebeurt: een besluit dat je neemt en waarnaar je vervolgens handelt. Verantwoording leg je af aan anderen. Het afleggen van verantwoording is iets dat vanuit jou naar de buitenwereld gebeurt, en niet alleen in de vorm van eenrichtingsverkeer naar buiten toe, maar in de vorm van een dialoog.
  70. UN Global Compact (2000). Zie ook Dodds et al (2017), p. 146.
  71. UN Global Compact (2023).
  72. Gids: GRI & UNGC (2018). Voorbeelden: UNGC (2023).
  73. UNGC (2018); Maersk (2019); Maersk (2023).
  74. Zie: Williams (2014).
  75. Het gaat om twee wetten: Greenwashing Directive en Green Claims Directive, voluit: Directive on substantiation and communication of explicit environmental claims; en Directive Empowering Consumers for the Green Transition through Better Protection against Unfair Practices and Better Information. Zie: EEB (2024); Segal (2024).
  76. Maslow (1954).
  77. Utting & Zammit (2008); McIntosh et all (2017).
  78. TASSC werd later omgedoopt tot The Advancement of Sound Science Center, met dezelfde afkorting.
  79. Ong & Glantz (2001); RIVM (2018).
  80. Tobacco Reporter (1998).
  81. Chris Burrell, vertegenwoordiger van Rothmans Tobacco in Burkina Faso, geciteerd door Sweeney (1998).
  82. Marsh (2023).
  83. Wall Street Journal (2023); Morrow (2023).
  84. Een onderzoekscommissie van het Britse parlement constateerde: “Facebook vervalste de privacy-instellingen van zijn gebruikers teneinde data over te dragen aan bepaalde app-ontwikkelaars”, bijvoorbeeld Netflix en Spotify, en om “andere ontwikkelaars die data te onthouden, waardoor die failliet gingen. (…) Facebook heeft opzettelijk en welbewust de wetgeving voor zowel dataprivacy als anticoncurrentie geschonden.” (House of Commons, 2019).
  85. Mommers (2017); Carrington & Mommers (2017). De documentaire zelf: Shell (1991). Zie ook, m.b.t. Exxon: CNN, Paddison (2023), dat verwijst naar Supran et al (2023). Overzichtsartikel: Mulvey & Shulman (2015).
  86. De CSDDD is van toepassing op Europese bedrijven met 500 of meer werknemers en een wereldwijde omzet van minimaal € 150 miljoen, en op bedrijven met 250 of meer werknemers en een wereldwijde omzet van minimaal € 40 miljoen in bepaalde sectoren, waaronder textiel en landbouw. Bovendien is de wet van toepassing op bedrijven die buiten de EU gevestigd zijn, indien zij de genoemde omzetten behalen binnen de EU. Zie: European Commission (2022b).
  87. European Commission (2023b).

Hoofdstuk 10

  1. Gebaseerd op: Batchelor (1905); Free.fr (2018); Schorer (2016); Omniglot (2018); Naish (2014); UNESCO (2018).
  2. Kappler (Ed., 1904), p. 439-449.
  3. Dat bedrag komt overeen met circa $ 180 miljoen in 2025.
  4. Hirschfelder (2000).
  5. Zie de aantekening over de termen Slaaf en Tot slaaf gemaakte bij hoofdstuk 5.
  6. Het laatste land dat de slavernij wettelijk afschafte was Mauritanië, in 1981. In de VS werd slavernij in 1865 afgeschaft door middel van het 13th Amendment, maar met uitzondering van gevangenen. Inmiddels is slavernij in gevangenissen recentelijk wettelijk verboden, behalve in Louisiana; formeel bestaat er dus nog legale slavernij in de VS.
  7. Ook: cijnskiesrecht. Om precies te zijn: stemrecht kwam alleen toe aan mannen die voldoende belasting betaalden. De rijksten kregen soms meerdere stemmen per persoon.
  8. UN (2023a): Goal 5.
  9. Kanem, Natalia et al (2024).
  10. UN (2023b).
  11. Schumacher & Connaughton (2020).
  12. Iets vollediger: l, lesbisch; h, homoseksueel; b, biseksueel; t, transgender; i, interseksueel; q, queer; a, aseksueel; p, panseksueel; + overig.
  13. Maizland (2022). Een voorbeeld: de Citizenship Amendment Act uit 2019 maakt versneld staatsburgerschap mogelijk voor Hindoeïstische, Sikh, Boeddhistische, Jain, Parsi en Christelijke immigranten. Maar niet voor moslims: HRW (2020).
  14. European Commission (2024b).
  15. Tussen Generatie X en de Millennials wordt ook wel een ‘micro-generatie’ benoemd: de Xennials, die ook worden aangeduid als de ‘pragmatische’ generatie of de ‘patatgeneratie’, geboren tussen 1971 en 1985 of tussen 1977 en 1983.
  16. Iqbal (2019).
  17. Dorie & Loranger (2019).
  18. Freire (2015). Zie ook: Cámara-Leret & Bascompte (2020).
  19. Simons & Lewis (2013).
  20. Nettle & Romaine (2002).
  21. UNGA (2019), op voorstel van de UN Economic and Social Council (2019). Voor informatie: UN DESA (2019b) en de eigen website van IDIL2022-2032, UNESCO (2019).
  22. Acciona (no date).
  23. NORC (2020).
  24. Ellingham (2022), Financial Times; WEF (2020).
  25. European Commission (2022c); ICI (2023).
  26. ICI (2022).
  27. Concern Worldwide (2023a). Zie ook: Concern Worldwide (2023b).
  28. McIntosh, Jonathan (2004).
  29. World Bank (2017), hoofdstuk 2; Chzhen et al (2017).
  30. Alkire & Foster (2011).
  31. Alkire et al (2016).
  32. UNDP & OPHI (2023), waar ook de bijbehorende data te downloaden zijn.
  33. Gezondheid, onderwijs en levensstandaard bepalen elk voor 1/3 de score van de MPI. Omdat de eerste twee daarvan elk uit 2 thema’s bestaan – voeding en kindersterfte, resp. schooljaren en aanwezigheid op school – weegt elk van die thema’s voor 1/6 mee, zoals in de figuur is weergegeven. De levensstandaard bestaat uit 6 componenten, die dus elk voor 1/18 meewegen. De exacte berekening van de MPI is te vinden in UNDP & OPHI (2022b).
  34. UNDP & OPHI (2022a).
  35. UNDP (2022).
  36. UNDP (2022): Tabel 1, p. 272. Sommige landen, waaronder Somalië en Noord-Korea, hebben geen score vanwege gebrek aan informatie.
  37. ILO, Walk Free & IOM (2022).
  38. Gedwongen arbeid is gedefinieerd als “alle werkzaamheden of diensten die onder bedreiging met een straf van een persoon worden geëist en waarvoor deze persoon zich niet vrijwillig heeft aangeboden”. ILO, Walk Free & IOM (2022), p. 2, verwijzend naar de Forced Labour Convention (ILO, 1930). Op p. 119 van ILO, Walk Free & IOM (2022) geeft eindnoot 4 een definitie van gedwongen kinderarbeid.
  39. Urbina (2023).
  40. US DOL (2020).
  41. HRW (2022).
  42. Pattisson et al (2021).
  43. Diego-Rosell & Joudo Larsen (2018): Appendix D, p. 27-30.
  44. Dit en veel andere persoonlijke verhalen over gedwongen arbeid zijn te vinden op ILO (no date) via de zoekterm ‘forced labour’.
  45. World Bank (2018).
  46. Bronnen: o.a. Masters Expo (2023); Superyacht Times (2023).
  47. Om precies te zijn: in het jaar 3.856.192 heeft hij het bedrag bij elkaar, tenminste als hij het geld belegt en de winst daarover precies de inflatie compenseert.
  48. Bloomberg (2023).
  49. World Inequality Report 2022: Chancel, Lucas, Piketty, Thomas et al (2022).
  50. Deze en de volgende gegevens: Oxfam (2023a).
  51. P99/P50 wordt ook aangeduid als T1/B50, met de ‘T’ van ‘top’ en de ‘B’ van ‘bottom’.
  52. De gegevens hebben betrekking op het jaar 2020, behalve die van Zuid-Afrika, waarvoor de meest recente data genoemd zijn, afkomstig uit 2014. Bron: World Bank (2023a).
  53. Piketty (2013).
  54. In het boek Hickel (2018) wordt dit op een indringende en overtuigende manier onderbouwd.
  55. Kuznets (1955). Kuznets zelf gaf toe: ‘De publicatie is [gebaseerd op] misschien 5 procent empirische informatie en 95 procent speculatie.’ Zijn volgers hebben die opmerking doorgaans genegeerd.
  56. Woltring, 2012.
  57. Hertz (2001); Stuckler et al (2009); Milanovic (2011).  
  58. Deininger & Squire (1998)
  59. Strauss (2019).
  60. Parry, Field & Supiano (2014).
  61. McNeil (2008); Beckett (2010).
  62. McGoey (2015).
  63. Schwab (2020).
  64. Forbes (2023a, 2023b, 2023c).
  65. Het woord philanthrocapitalism is gecreëerd door Bishop & Green (2008). Zie verder: McGoey (2015); Webber, Leitner & Sheppard (2021).
  66. Oxfam (2023a).
  67. Hickel (2018); Goodman (2022).
  68. 8,2%: White House (2021). 3,4%: Eisinger, Ernsthausen & Kiel (2021); 13%: York (2021), alle drie geciteerd in Oxfam America (2022). Ook in Nederland betalen de rijksten al jaren veel minder belasting dan de overigen, terwijl hun inkomsten het hardste stegen, zo toonde het Centraal Planbureau in 2024 aan: CPB (2024).  
  69. ITEP (2021).
  70. Oxfam (2020).
  71. UNU (2022).
  72. Deze en de volgende gegevens: Oxfam (2023a).
  73. UBS (2023).
  74. 74.     Maitland et al (2022); Oxfam (2023b) : Box I.1.
  75. Neate, Rupert (2023), Neate, Rupert (2024); Patriotic Millionaires (2024).
  76. Meyer & Roser (2009) hanteren de term "sufficientarianism". Zie ook Frankfurt (1987), die schrijft over de "Doctrine of Sufficiency" en de relaties daarvan met egalitarisme bespreekt.
  77. Robeyns (2023).
  78. Timmer (2021).
  79. Voorbeeld van een aanhanger van zulke complottheorieën: Watson (2003). Kritisch onderzoek: Cosentino (2020); Hanley, Kumar & Durumeric (2023).
  80. Woltring, 2012. Zie ook: Stiglitz (2013).
  81. OECD (2015).
  82. De breed aanvaarde definitie van de Wereldbank beschrijft maatschappelijke organisaties (civil society organisations) als: “het brede scala aan niet-gouvernementele en non-profitorganisaties die een rol spelen in het openbare leven en de belangen en waarden van hun leden of anderen uitdragen op basis van ethische, culturele, wetenschappelijke, religieuze of filantropische overwegingen. Deze definitie van de civil society (...) verwijst naar de sfeer buiten het gezin, de staat en de markt. Bedrijven met winstoogmerk vallen er niet onder, hoewel beroepsverenigingen of bedrijfsfederaties er wel onder kunnen vallen.” World Bank (2005): hoofdstuk 2, nr. 6, p.3.
  83. Carayannis & Campbell (2012); Peris-Ortiz et al (2016); De Oliveira Monteiro & Carayannis (Eds., 2017); Galvao et al (2019).
  84. Als vierde lid van de quadruple helix wordt doorgaans ‘universiteiten’ genoemd. Dit boek breidt dat uit tot ‘onderwijs en onderzoek’ in het algemeen. De vijfvoudige helix werd elders voorgesteld op een wijze waarbij de natuur zich als een van de vijf in de helix bevindt, zie bijvoorbeeld Carayannis, Barth & Campbell (2012). In figuur 10.1 maakt de natuurlijke omgeving niet deel uit van de helix maar de helix juist van de natuur, zodat de helix zelf grafisch wordt weergegeven als een quadruple helix van de menselijke samenleving.
  85. Publiek-Privaat Partnerschap is al de derde term die wordt afkorting tot PPP. Eerder werden in het boek al genoemd: People, Planet, Profit en Purchasing Power Parity, die beide ook afgekort worden tot PPP.
  86. ‘Trans’ = voorbij, erdoorheen. Dus ‘transdisciplinair’ betekent: voorbij de disciplines. Definities daarvan verschillen vaak onderling, wat voor verwarring kan zorgen. Dit boek hanteert een samenhangend drietal definities: Multidisciplinair: aanpak waarbij een project of probleem wordt belicht vanuit meerdere disciplines, waardoor verschillende soorten invalshoeken en methoden een kans krijgen. De deskundigen zijn niet intensief met elkaar in contact, waardoor oplossingen gebaseerd op combinaties van disciplines niet snel bedacht zullen worden. Eén persoon kan, zonder hulp van anderen, multidisciplinair werken. Interdisciplinair: wijze van samenwerken in een team waarin experts van uiteenlopende disciplines intensief met elkaar samenwerken aan een project of een probleem, waardoor rijke, creatieve en innovatieve strategieën en methoden bedacht en uitgevoerd kunnen worden. Transdisciplinair: wijze van samenwerken in een interdisciplinair team, waarin ook personen zijn opgenomen die niet deelnemen vanwege een bepaalde discipline maar om hun praktijkervaring of om een andere vorm van betrokkenheid, bijvoorbeeld als vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie of van de natuur. Zie: Roorda (2015, 2016), een nadere uitwerking van Roorda (2010), mede gebaseerd op RMNO (2000) en Pohl & Hirsch Hadorn (2007).
  87. McIntosh et al (2017); Sondermann & Ulbert (2021).

Hoofdstuk 11

  1. Steffen et al (2015b); Dixson-Declève et al (2022), p. 14-15. Populatie: Kremer (1993); UN DESA (2022a). Bruto Wereldproduct: Bradford DeLong (1998); IMF (2022). Temperatuurstijging: NOAA (2019); Met Office Hadley centre (2023). Plasticproductie: Geyer et al (2017).
  2. Mazák et al (2011).
  3. Goodall (2010); Mitani (2010).
  4. Merritt (2010).
  5. Plato (ca. 380 BC); Aristoteles (ca. 350 BC-a); Hobbes (1642); Hume (1739); Marx (1862).
  6. Locke (1690).
  7. Hershkovitz et al (2018).
  8. Pigati et al (2023) ; Praetorius et al (2023).
  9. Pauketat (ed., 2012); Raff (2021).
  10. Hunt & Lipo (2006).
  11. McWirter (ed., 1986).
  12. Zie: Rousseau (1762b), boek I, hoofdstuk III.
  13. Martin (1966) opende de wetenschappelijke discussie en wees de mens aan als oorzaak van de uitstervingsgolf. Harari (2011-2014), Andermann et al (2020), O’Keefe et al (2023), Svenning et al (2024) en vele anderen onderschrijven dit standpunt. In Amerika, dat veel later dan de Oude Wereld werd bevolkt, is dit relatief goed na te gaan. Terwijl de voorouders van de indianen voor het eerst door Noord-Amerika trokken, stierf het Noord-Amerikaanse paard uit, net als het reuzengordeldier, de mastodont, de mammoet, de cheeta, de leeuw, de reuzenluiaard, de kameel en tal van andere grote diersoorten. Het ging niet alleen om zoogdieren, want ook de reuzencondor stierf uit, net als de sabeltandzalm en veel andere soorten. (Dat zijn respectievelijk: equus scotti, glyptodon, mammut, mammuthus, miracinonyx, panthera leo atrox, megalonyx en camelops. De condor was aiolornis incredibilis, de zalm kreeg post mortem de naam oncorhynchus rastrosus.) Toen ook Zuid-Amerika menselijke bewoning kreeg, stierf daar het Zuid-Amerikaanse paard uit, evenals de grootste lama, een hoefdier, een olifantachtige, een beer en de sabeltandtijger. (Achtereenvolgens: hippidion, macrauchenia, toxodon, stegomastodon, arctotherium en smilodon.) Niet iedereen onderschrijft de conclusie over de rol van de mens; de discussie wordt op felle toon gevoerd. Zie bijvoorbeeld Stewart (2021), die de mens ‘vrijspreekt’. Anderen pleiten voor meer onderzoek: Meltzer (2020), Kopels & Ullah (2024).
  14. Diamond (2005); Harari (2011-2014); Graeber & Wengrow (2021).
  15. Allen (2009); Landes (2003).
  16. McNeill & Engelke (2014), Steffen et al (2015b).
  17. Crutzen & Stoermer (2000), Crutzen (2002). Het voorstel om de term 'Antropoceen' als een officieel geologisch tijdperk vast te leggen werd in maart 2024 formeel door de International Union of Geological Sciences in meerderheid verworpen. Desondanks zal de term daarna ongetwijfeld in de praktijk gebruikt blijven worden. Zie: IUGS (2024).
  18. Steffen et al (2015b); Steffen (2021).
  19. Troost et al (2012).
  20. Groeskamp & Kjellsson (2020).
  21. Deze beschouwing is gebaseerd op de theorie van de linguïstische relativiteit. Voor een gedegen overzicht, zie: Leavitt (2011).
  22. Dat is geen fantasie. Mathematisch historicus Georges Ifrah geeft daarvan fascinerende voorbeelden (Ifrah, 1981). Zo kenden de leden van de Aranda-stam in Australië uitsluitend de getallen één, twee, twee-en-één, twee-en-twee, veel. Ook de indianen van Vuureiland, de Abipones in Paraguay, de Bosmans en Pygmeeën in Afrika en de Botocoudos in Brazilië telden niet verder dan 4.
  23. De figuren 11.3 tot en met 11.5 en de begeleidende teksten zijn gebaseerd op Roorda (2021d) en Roorda (2022), hoofdstuk 3.
  24. Logos = woord, mythos = verhaal, politike = beleid, feno (phainein) = verschijning, zoals in fenomeen en fenotype. Je kunt de naamgeving vergelijken met de atmosfeer, die eveneens uit meerdere lagen bestaat, onder meer de troposfeer en de stratosfeer. Het viersferenmodel is ontleend aan Roorda (2021d) en Roorda (2022), waar het model uitgebreider wordt toegepast.
  25. Memen zijn concepten die in een cultuur van generatie op generatie wordt doorgegeven; memen worden beschouwd als de mentale tegenhanger van de biologische genen, bron van de fysieke erfelijkheid. De term is bedacht door evolutiebioloog Richard Dawkins (1976). Archetypen zijn overgeërfde ideeën en beelden die aan de basis staan van ons denken: de term is in die betekenis geïntroduceerd door de psycholoog Carl Gustav Jung (1934).
  26. Trainer (2007), p. 136.
  27. Snyder (1974), p. 101.
  28. Mandal (2007).
  29. Daarmee wordt vanzelfsprekend niet aangegeven dat deze drie de belangrijkste zouden zijn, en er wordt geen uitspraak mee gedaan over de maatschappelijke waarde of betekenis ervan.
  30. Hopster (2019).
  31. Darwin (1859).
  32. De ‘March of Progress‘ is een beruchte teleologische valkuil: zie (Werth, 2022) en Schramm & Schmiemann (2019).
  33. Het woord ‘wetenschap’ wordt op veel manieren geïnterpreteerd. In dit boek heeft het woord de betekenis van de wetenschapsopvatting zoals die rond de tijd van Isaac Newton ontstond, dus in de zeventiende eeuw, met een voorgeschiedenis vanaf de Copernicaanse Revolutie, dus in de zestiende eeuw. Zie: Roorda (2021d) en Roorda (2022).
  34. Copernicus (1543, posthumous).
  35. Een voortdurend geactualiseerde lijst is te vinden op Schneider, J. (retrieved 2024). Op 25 januari 2024 waren er 5598 exoplaneten bekend bij 4131 sterren.
  36. Zoals de monnik James Ussher (1650) berekende.
  37. Planck Collaboration (2020).
  38. Connelly et al (2012).
  39. Bell et al (2015); Schopf et al (2017).
  40. Hublin et al (2017).
  41. Het exacte percentage hangt af van de definitie en de wijze van tellen: zie Suntsova & Buzdin (2020).
  42. Madigan, Michael T. et al (2022).
  43. De Waal (2020).
  44. Brent et al (2014).
  45. De Waal (2013).
  46. Peña-Guzmán (2022).
  47. Dufourcq (2023).
  48. Aitchison (2000). Dat betreft niet alleen taal die dieren van mensen geleerd hebben maar ook natuurlijk diergedrag.
  49. De Waal (2001).
  50. Endler (2012). Dat betreft niet de door mensen aan dieren ontlokte ‘schilderijen’ maar natuurlijk diergedrag.
  51. Godfrey-Smith (2018); Godfrey-Smith (2021).
  52. Douglas-Hamilton et al (2006). Meerdere keren is waargenomen dat olifanten hun overleden kinderen begraven, zie: Kaswan & Roy (2024).
  53. Het woord theorie wordt hier gebruikt in de wetenschappelijke betekenis. De Amerikaanse National Academy of Sciences hanteert de volgende vier definities (NAS, 1999):  “Feit: een waarneming die herhaaldelijk is bevestigd en voor alle praktische doeleinden wordt aanvaard als ‘waar’. Waarheid in de wetenschap is echter nooit definitief, wat vandaag als een feit wordt geaccepteerd kan morgen worden gewijzigd of zelfs weggegooid.  Hypothese: een voorlopige verklaring over de natuurlijke wereld die leidt tot gevolgtrekkingen die kunnen worden getoetst. Als de gevolgtrekkingen worden bevestigd, wordt het waarschijnlijker dat de hypothese correct is. Als ze onjuist blijken, kan de oorspronkelijke hypothese worden ingetrokken of gewijzigd. Hypothesen kunnen worden gebruikt om complexere gevolgtrekkingen en verklaringen te bouwen.  Wet: een beschrijvende generalisatie over hoe een bepaald aspect van de natuurlijke wereld zich gedraagt onder bepaalde omstandigheden.  Theorie: een goed onderbouwde verklaring van een bepaald aspect van de natuurlijke wereld die feiten, wetten, gevolgtrekkingen en geteste hypotheses kan bevatten.”
  54. In de moderne wetenschapsfilosofische zienswijze gaat het eigenlijk niet om checken, verifiëren dus, maar eerder om falsificeerbaarheid; maar dat voert voor het doel van dit boek wat te ver. Zie: Popper (1934), Popper (1959), Popper (1989).
  55. Convention on the Rights of the Child (UNCRC), UN (1989).
  56. Gebaseerd op: UDHR, UN (1948); ECHR, Council of Europe (1950); ICCPR, UN (1966a); ICESCR, UN (1966b); en het kinderrechtenverdrag UNCRC, UN (1989).
  57. Schmidt (2018).
  58. Inderdaad: ook octopussen blijken niet alleen intelligente maar ook sociale dieren te zijn, zie: Gutnick & Kuba (2018).
  59. Naess, A. (2005); Drengson & Devall (eds., 2008).
  60. Cavalieri & Singer (eds., 1993). Let wel: ape betekent niet aap maar mensaap. Monkey = aap.
  61. Meijer (2019).
  62. Burgers & Den Outer (2021); Den Outer (2023).
  63. Kraak (2023).
  64. Chandran (2019).
  65. Eco Jurisprudence Monitor (2008).
  66. Greene (2011).
  67. Schultz & O’Flynn (2022).
  68. Sorokin (1941); Brown (2009/2023).
  69. Si’ahl is beter bekend als Seathle or Seattle, naar wie de gelijknamige stad genoemd is. De toespraak van de Indiaanse leider werd pas jaren later opgeschreven (Smith, 1887), en het is aan te nemen dat de weergave verre van letterlijk is: zie Clark (1985); Kaiser (1987); Nooij (2007). De beroemde toespraak is sindsdien enkele malen herschreven (Zussy, 1993), onder meer voor een speelfilm (Perry, director, 1972), die de bron is voor het weergegeven citaat.
  70. In Engeland werd dat ooit Coverture genoemd: zie Blackstone (1765).
  71. Zie de aantekening over de termen Slaaf en Tot slaaf gemaakte bij hoofdstuk 5.
  72. Henckens (2021).
  73. Dewulf et al (2016); Tilton et al (2018).
  74. De Koning et al (2018).
  75. Born & Ciftci (2024).
  76. Henckens (2016); Henckens et al (2016).
  77. Zie: Benton (2023). Theoretisch kan het leven vernietigd worden door de al genoemde nucleaire winter, zie hoofdstuk 8, of als gevolg van uit de hand gelopen nanotechnologie: de ‘grey goo’-hypothese, zie Drexler (1986); zie ook Letwin (2020).
  78. Wallace-Wells (2019).
  79. Machiavelli (1521).
  80. Machiavelli (1532).
  81. Von Clausewitz (1832), Volume I, hoofdstuk 2.
  82. Bazyler (2016).
  83. Spinoza (1677), hoofdstuk 5 nr. 4: “Peace is not mere absence of war but a virtue arising from strength of mind.” Ten onrechte wordt het citaat vaak toegeschreven aan Spinoza (1670), waarbij de tweede helft van het citaat doorgaans wordt vervangen door woorden die Spinoza niet schreef.
  84. Krishnamurti (1954): “Peace is a state of mind.
  85. Zeller (2023).
  86. ZUM (2009); Bibliotheca.org (2009).
  87. Van de Weijer (2018).
  88. Lancet (2021).
  89. Gordin (2017); Zoglauer (2023).
  90. Bradd (2023).
  91. Fukuyama (1992).
  92. Balkenende & Buijs (2023).
  93. Mason (2016); Herrmann (2022); Saitō (2023-2024). Zie ook: Klein (2015).
  94. Earth Charter Initiative (2000).

Hoofdstuk 12

  1. SDG Target 14.c bevat de enige vermelding naar de toekomst, door het noemen van een rapport van de Algemene Vergadering van de VN (UNGA, 2012) met de titel “The future we want”. Wie daarin geïnspireerde toekomstvisies hoopt te vinden zal teleurgesteld worden, want het rapport biedt die niet, hoewel de term "toekomstige generaties" negen keer wordt genoemd. Het rapport bestaat uit een lange reeks zorgen, erkenningen en aanbevelingen voor actie.
  2. Sterling gebruikt hier de term eraan geschroefd (bolted on): Sterling (2004), Sterling (2013).
  3. Het is een veelvoorkomend misverstand dat doelen worden geformuleerd door de route ernaartoe te beschrijven. Een doel is niet een proces maar een toestand. Ook een zgn. procesdoel streeft een te bereiken toestand na (in de fysica aangeduid als een bewegingstoestand), in dat geval een toestand die gedurende een bepaalde tijd periodiek opnieuw bereikt of verbeterd, dan wel permanent gehandhaafd dient te worden, doorgaans bedoeld als middel of als tussendoel of mijlpaal voor een te bereiken eindtoestand, die in die context een resultaatdoel genoemd wordt: een term die derhalve een pleonasme is.
  4. Roorda (2021d) en Roorda (2022) pleiten in dat kader voor de inrichting van een geheel nieuwe wetenschap, Omniconomie.
  5. Figuur 12.2 is ontleend aan Roorda (2021d) en Roorda (2022), hoofdstuk 4.
  6. OECD (2000). Zie ook: Tindemans & Dekocker (2020).
  7. Senge, Peter (1990, 2006). Zie ook Argyris & Schön (1978), die spreken van double-loop learning, waarbij “fouten worden opgespoord en gecorrigeerd op een manier waarbij de onderliggende normen, het beleid en de doelen van een organisatie worden aangepast.”
  8. Morin & Kern (1999).
  9. WEF (2023). Zie ook: Rotmans & Verheijden (2021 en 2023); Lawrence et al (2022) en Homer-Dixon (2023).
  10. Bradd (2023).
  11. Eigen definitie. Zie ook: Argyris & Schön (1978) en andere literatuur over actietheorie.
  12. Morel Schramm et al (2022).  
  13. Norris et al (2021). Met een focus op de klimaatverandering wordt gesproken van de carbon handprint (CO2-handafdruk), zie Grönman et al (2019). Een versie van de ecologische handafdruk is calculeerbaar gemaakt volgens de lijnen van LCA en LCC: zie Lakanen et al (2022).
  14. Pajula et al (2021), hoofdstuk 2.
  15. Husgafvel (2021).
  16. Guillaume et al (2020).
  17. Biemer, Dixon & Blackburn (2013), tabel 1.
  18. Bauer et al (2012).
  19. Alexander (2013).
  20. Boeken & artikelen over RESFIA+D: Roorda (2015; 2016); Roorda & Rachelson (2018; 2019).
  21. Het Duffy null fenotype, Fy(a-b-), is zeer zeldzaam bij blanken maar komt voor bij 68% van de zwarten, volgens Reid & Lomas-Francis (2004), p. 280.
  22. Een rubric is een in het hedendaagse universitair en beroepsonderwijs veel gebruikt instrument om prestaties en vaardigheden te beoordelen en van feedback te voorzien, in de vorm van een lijst met criteria, voorzien van een schaal van punten of niveaubeschrijvingen van laag tot hoog, die aangeven hoe goed aan elk criterium wordt voldaan. Zie: Reddy & Andrade (2010); Stevens & Levi (2012); VU (2023).
  23. Achtergronden en nadere details van RESFIA+D zijn beschikbaar in Roorda (2016) en Roorda & Rachelson (2019).
  24. Roorda (2015, Nederlandstalig); Roorda & Rachelson (2018, Engelstalig).
  25. Bijvoorbeeld (zie de literatuurlijst): International Journal of Sustainability in Higher Education (IJSHE, 2000-present); Journal of Education for Sustainable Development (JESD, 2007-present).
  26. Een aantal van deze criteria is met name van toepassing op actieonderzoek (Rapoport, 1970; Halsey, 1972; Brydon-Miller, Greenwood & Maguire, 2003), case studies (Patton, 2014; Yin, 2017), en transdisciplinair onderzoek (Roorda, 2001; Pohl & Hirsch Hadorn, 2007; Scholz et al, 2006). Voor een overzicht, zie Roorda (2010), §1.4.
  27. Renes (2021); Engels: climate conundrum. Het verschil tussen intenties en gedrag wordt ook de value-action gap genoemd, ook bekend als de knowledge-attitudes-practice gap (KAP gap). Zie: Blake (1999); Landry et al (2018).
  28. Gifford (2011); website: Gibbons (2024).
  29. Clayton (2020).
  30. Cannon (1915); Walker (2013); Crosby (2015).
  31. Krznaric (2021).
  32. Heinberg & Miller (2023).
  33. Rupprecht & Wamsler (2023).
  34. Rotmans & Verheijden (2021), Rotmans & Verheijden (2023).
  35. McCord (2012): Afterword.
  36. Hoyle (1964).
  37. Bij de totstandkoming van deze belofte is onder meer inspiratie opgedaan met behulp van Pugwash (1988); INES (1995); KNMG (2010).