U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

De ISG's: Intrinsieke Duurzaamheidsdoelen                                                 < Previous      Next page >

Deze pagina is gebaseerd op paragraaf 12.1 van het  Basisboek Duurzame Ontwikkeling, editie 2025.

> De nummers 821 tot 823 verwijzen naar de Aantekeningen.

> Zie de Inhoudsopgave voor de context van deze tekst.

> Deze tekst is ook beschikbaar in het Engels en in het Duits.

Op zoek naar een droom
Het is misschien merkwaardig, maar als je op zoek gaat naar inspiratiebronnen om te dromen over een goede en duurzame toekomst van de wereldwijde samenleving, dan bieden de huidige transities niet echt wat je zoekt. Neem nu de energietransitie, die ertoe moet leiden dat de wereldeconomie uiteindelijk klimaatneutraal zal zijn. Die transitie gaat vooral over wat we niet willen. Geen klimaatverandering meer. Geen verdere zeespiegelstijging. Geen verschroeide landen, absurd sterke orkanen, uitdovende Golfstroom. En bovenal geen kantelpunten met onvoorspelbare gevolgen. Dankzij klimaatneutraliteit, wat klinkt als een concreet doel, maar welbeschouwd niet echt een doel is maar een middel om een doel te bereiken. Welk doel? Welke droom?

Andere transities, eerder in dit boek besproken, helpen ook niet echt. Die van de drijvende steden, van het natuurbehoud en van de ingrijpend gewijzigde landbouw- en voedselketen gaan over: geen ondergelopen woningen, geen stervende ecosystemen, geen Zesde Extinctie, geen mislukte oogsten of vluchtelingenstromen van honderden miljoenen.

Maar wat willen we dan wel?

De SDG's
Ook de SDG’s helpen niet echt om te dromen over waar we als samenleving naar toe willen. Want ook nogal wat SDG’s gaan over wat we niet willen.

  

Enkele SDG Targets (verkort). Tegen 2030:

Target 1.1:             Geen extreme armoede meer.

Target 2.1-2.2:      Geen honger en ondervoeding meer.

Target 3.1-3.3:      Veel minder moedersterfte, kindersterfte en sterfte door epidemieën.

Target 5.2-5.3:      Geen seksuele uitbuiting of genitale verminking van vrouwen en meisjes.

Target 14.1:           Minder verontreiniging van de zee.

Target 16.1-16.2:  Geen geweld, misbruik, mensenhandel of foltering van kinderen.

  

Die doelen gaan helemaal niet over een droom: ze gaan over het verdwijnen van een nachtmerrie. Zicht op een prachtige toekomst bieden ze niet. 821

Maar niet alle SDG-targets zijn zo geformuleerd, er zijn er ook heel wat die wel degelijk aangeven wat we zouden willen bereiken.

  

Nog enkele SDG Targets (verkort). Tegen 2030:

Target 1.5:             Weerbaarheid van armen en mensen in kwetsbare situaties.

Target 1.a:             Versterkte ontwikkelingssamenwerking.

Target 2.4:             Duurzame voedselproductiesystemen, veerkrachtige landbouwpraktijken.

Target 3.7:             Universele toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidszorg.

  

En toch, als je beter kijkt, bieden ook die niet heel veel inspiratie. De eerste twee, 1.5 en 1.a, beschrijven duidelijk geen wenselijk einddoel, want ze accepteren dat er in 2030 nog armen bestaan en er ontwikkelingshulp nodig is. Wat ook logisch is, want dat is op zo’n korte termijn echt niet voorbij.

Dat is direct ook het bezwaar tegen de andere twee doelen, 2.4 en 3.7. Die zouden wel deel mogen uitmaken van een gewenste eindsituatie, maar het idee dat die doelen in 2030 bereikt zijn kun je wel op je buik schrijven: totaal onrealistisch, want voor 2.4 moet een wereldwijd, diep ingebakken systeem plaatsmaken voor een geheel nieuwe, complexe structuur, en voor 3.7 zal in heel wat landen een cultuur- of zelfs een regimeverandering, inclusief gewijzigde wetgeving, moeten plaatsvinden. Dat kan allebei alleen via een transitie, en als dat wellicht ooit lukt, kost het in elk geval veel meer tijd dan de vijftien jaren van de SDG’s.

Dus als je wilt dromen van een gewenste toekomstige wereld, moet je op zoek naar andere bronnen. Of ze zelf bedenken, vanzelfsprekend.

Aangekleefde duurzaamheid
Dat de SDG’s niet helpen om te dromen, is niet zo’n wonder, want de SDG’s – een politiek compromis tussen alle invloedrijke landen en instituties van de wereld – zijn daar helemaal niet voor bedoeld: ze zijn niet gericht op transities. Als het wellicht lukt om een aantal SDG’s waar te maken, is dat binnen het bestaande systeem. De structuur en de filosofie van het heersende economische en politieke systeem veranderen er niet door. De duurzame verbeteringen zijn slechts oppervlakkig, ze zijn niet verankerd in nieuwe manieren van denken.

Daardoor is er voortdurend het risico dat de bereikte duurzame successen weer terugvallen, waarna de oude problemen terugkeren: armoede, honger, geweld en noem maar op. De behaalde successen zijn aangekleefde duurzaamheid, 822 die niet stabiel is: ze blijven alleen overeind zolang we ze actief blijven bewaken. Ze zijn ‘onveilig gehecht’. Letten we even niet op, dan waait alles weer weg.

Intrinsieke duurzaamheid
Een van de kenmerken van transities is, volgens hoofdstuk 7: Ze zijn onomkeerbaar: de oude toestand keert nooit meer terug. Tijdens transities veranderen de systemen zelf, als gevolg van nieuwe paradigma’s. Wanneer duurzaamheid via zulke transities diepgaand ingebed en verankerd wordt in ons denken en in onze structuren, wordt intrinsieke duurzaamheid bereikt, die ook in stand blijft wanneer we onze aandacht op iets anders richten.

Intrinsic Sustainability Goals (ISG’s)
Aangezien transities erom bekend staan dat ze het schijnbaar onmogelijke tot stand kunnen brengen en zelfs verankeren, bieden ze ons de ruimte om te dromen. Nu de SDG’s en de huidige transities ons vooral vertellen wat we niet willen, is de voornaamste vraag: wat willen we dan wel? Wat is onze droom, waar willen we met al onze energie en passie aan werken? In wat voor wereld willen we wonen, of beter nog, zoals figuur 10.8 het stelde:

     In wat voor wereld zullen onze achterkleinkinderen willen wonen?

Op die vraag is vanzelfsprekend geen universeel antwoord mogelijk. Leg je hem aan honderd mensen voor, dan krijg je vermoedelijk minstens vijftig verschillende antwoorden. Maar: er is een goede kans dat er een aantal elementen van zo’n gewenste toekomst gevonden kunnen worden waar iedereen, of op zijn minst velen, zich in kunnen vinden. Je zou die de Intrinsieke Duurzaamheidsdoelen kunnen noemen, in het Engels de Intrinsic Sustainability Goals, afgekort tot ISG’s. Enkele van die ISG’s kunnen bijvoorbeeld de volgende zijn:

  

Een voorstel voor enkele Intrinsieke Duurzaamheidsdoelen (ISG’s)

Rechten:
Alle natuurlijke personen hebben rechten: mensen, andere dieren en ecosystemen, voor zover die op hen toepasbaar zijn. De rechten zijn individueel op te eisen, door de persoon zelf of door een daartoe aangewezen vertegenwoordiger.

Verantwoordelijkheid:
Eigendom van dieren, ecosystemen, bodemschatten en cultureel erfgoed heeft plaatsgemaakt voor verantwoordelijkheid en zorg.

Verdeling:
Inkomsten en bezittingen worden redelijk gedeeld of verdeeld, zodat iedereen prettig kan leven, beschikkend over goede en voldoende voeding, huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, vrijheid, veiligheid en deelname aan de samenleving.

Waarde:
Iedereen wordt op een vanzelfsprekende wijze gestimuleerd om zorgvuldig om te gaan met alles wat van waarde is, zoals grondstoffen, natuur, milieu, mensen, producten, diensten, cultuur, emoties, schoonheid. Deze waarden komen op een reële manier tot uitdrukking in maatschappelijke, economische, juridische en politieke structuren.

Stabiliteit:
Het natuurlijk en het economisch milieu zijn gezond en veerkrachtig. De samenleving bevindt zich permanent binnen de regionale en mondiale ecologische systeemgrenzen. Economische stabiliteit waarborgt continuïteit in productie, handel, dienstverlening en zinvolle werkgelegenheid voor allen die dat willen.

Duurzaam:
Dit alles kan onbeperkt, tot in lengte van duizenden jaren, worden volgehouden, voor zover redelijkerwijs kan worden overzien. Toekomstige generaties zullen geen nadelige gevolgen ondervinden van onze levensstijl, want we laten geen rommel achter, herstellen eventuele beschadigingen, en laten voldoende grondstoffen over.

  

Een paar kanttekeningen bij deze ISG’s. Om te beginnen: het zijn inderdaad, zoals hun naam aangeeft, doelen, geen routes. Met andere woorden: ze geven alleen een schets van een te bereiken eindtoestand, de ‘droom’. Ze vertellen niets over de weg daarnaartoe, of over een gedetailleerde invulling ervan.823 Bestaat er bijvoorbeeld in een intrinsiek duurzame wereld nog geld; en zo ja, zouden mensen van nu dat nog als geld herkennen? Zo vreemd is die vraag niet, ga maar na: zouden mensen uit 1900 je geloven als je hen verzekerde dat de cijfertjes op je smartphone echt geld zijn?

De voorgestelde ISG’s geven ook niet aan hoe de transitie van eigendom naar verantwoordelijkheid en zorg kan worden uitgevoerd. Of hoe de waarde van emoties en schoonheid op een reële manier tot uitdrukking kan worden gebracht – al dan niet in ‘geld’. En of een “redelijke verdeling van inkomsten en bezittingen” een einde zal maken aan absurde rijkdom. Er valt dus heel veel te ontdekken.

Het is een lerende samenleving die deze ontdekkingsreis kan afleggen, zoals verteld in hoofdstuk 12 van het  Basisboek Duurzame Ontwikkeling, editie 2025.