U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

FFEA Extensions: example # 6/6                                                                                                 < Previous      Next page >

The Societal Triple / De Maatschappelijke Driehoek

This extension is applied in assignments for the academic textbooks on sustainability & CSR.

On this page:

English:

Introduction

The Workshop

 

Nederlands:

Inleiding

De Workshop

English: Introduction

If an organization wishes to survive and prosper, cooperation is vital. With your suppliers. With your customers / clients / patients / students / consumers or whatever they may be called. With others in the same oine of business, governments at several levels, centers of expertise, educational institutions, the media,technical services, you name it.

Cooperation may take place at various levels of intensity. There is a easy sequence:

  • Monodisciplinary =      one or more experts, one discipline.
  • Multidisciplinary =       one expert, several disciplines.
  • Interdisciplinary =        several experts in cooperation, each from their own discipline.
  • Transdisciplinary =      interdisciplinary + participants without any specific expertise.

Whoever works multidisciplinary, can do this as just one individual, by involving several disciplines in the task. This is not yet cooperation. Interdisciplinary work is, however: in that case several people, each with their own type of expertise, are working together as a team.

When, in such a cooperation beyond the boundaries of the separate disciplines, also others are onvolved, not because of a specific expertise but because of some other kind of interest in the task, this is called transdisciplinary cooperation. This can be done in many ways.

A wonderful way to cooperatre is: 'Public-Private Partnership'. In this case, commercial companies act together with the public sector. This may involve institutions that belong to a government. Or ordinary people, either individually or united in e.g. an action group or a community of interest.Together they are called the 'civil society'.

The Workshop

If the participants of the workshop all work for the same company, they select this company as the topic.
If not, they select an existing company that at least one of the participants is familiar with. Even a fictitious company may be adopted as the workshop topic. If you do, you should first imagine what kind of company it is, and you define some basic characteristics: e.g. its age, its turnover, the number of employees.

As a group, you design a suitable public-private cooperation of the company with some partners. Select a kind of cooperation that does not yet exist (within this company), as far as the participants can tell.

Apply the 'Societal Triple', shown in the above figure, as a source of inspiration. See to it that a cooperation is defined between parties in each of the three corners: business; government; and civil society.

Discuss, and find consensus, how this cooperation may be attractive to each of the partners involved. In other words: create 'win - win - win'.

Create an inventory of both the advantages and disadvantages of the cooperation designed by the group.

Besides, check whether this cooperation is realistic and really desirable.

Next, consider carefully: does it make sense to propose and recommend the newly designed cooperation to the management of the company? Draw a conclusion about this question.

If the answer is positive:: make concrete arrangements for a brief verbal or written report that is actually offered to the management of the company.

Nederlands: Inleiding

Als een organisatie gezond wil overleven, dan is samenwerking absoluut noodzakelijk. Met je toeleveranciers. Met je klanten / cliënten / patiënten / studenten / afnemers of hoe zo ook heten. Met branchegenoten, overheden op diverse niveaus. expertisecentra, onderwijsinstellingen, de media, de technische dienst, noem maar op.

Samenwerking kan op verschillende niveaus van intensiteit. Er is een gemakkelijk rijtje:

  • Monodisciplinair =      één of meer experts, één discipline.
  • Multidisciplinair =       één expert, meerdere disciplines.
  • Interdisciplinair =        meerdere experts samenwerkend, elk vanuit hun eigen discipline.
  • Transdisciplinair =      interdisciplinair + betrokkenen zonder speciale expertise.

Wie multidisciplinair werkt, kan dat in z'n eentje doen, door meerdere vakgebieden in het werk te betrekken. Samenwerking is dat nog niet. Interdisciplinair werken is dat wel: in dat geval werken er meerdere mensen, elk met hun eigen expertise, hecht samen in een team.

Wanneer bij zo'n vakoverschrijdende samenwerking ook nog eens anderen betrokken worden, niet zozeer vanwege hun bijzondere expertise maar omdat ze een of andere vorm van betrokkenheid hebben bij het werk, dan spreek je van transdisciplinaire samenwerking. Dat kan op tal van manieren.

Een prachtige manier van samenwerking is: 'Public-Private Partnership'. Daarin werken commerciële bedrijven samen met de publieke sector. Dat kan gaan om instellingen die onderdeel uitmaken van de overheid. Of om gewone mensen, individueel of verenigd in bijvoorbeeld een actiegroep of belangencomité.Samen worden zij de 'civil society' genoemd.

De Workshop

Als de deelnemers aan de workshop allen bij een en hetzelfde bedrijf werken, nemen ze dat bedrijf als onderwerp.
Doen ze dat niet, dan kiezen ze een bestaand bedrijf dat minstens een van de deelnemers goed kent. Eventueel kan een fictief bedrijf als het onderwerp van het gesprek genomen worden. Bedenk dan eerst wat voor soort bedrijf het is, en bedenk een paar kenmerken ervan: bijv. hoe oud het is, de omzet, het aantal werknemers.

Ontwerp als groep een voorbeeld van een passende publiek-private samenwerking van het bedrijf met partners. Kies een vorm van samenwerking die (in dat bedrijf) nog niet bestaat, voorzover de deelnemers weten.

Gebruik de 'Maatschappelijke Driehoek', getoond in de figuur hierboven, als bron van inspiratie. Zorg ervoor, dat er op zijn minst samenwerking ontstaat tussen partijen in elk van de drie hoeken: bedrijfsleven; overheid; civil society.

Bedenk in goed overleg hoe deze samenwerking aantrekkelijk kan zijn voor elk van de deelnemende partners. Met andere woorden: zorg voor 'win - win - win'.

Maak een inventarisatie van de voor-, maar ook van de nadelen van de door de groep ontworpen samenwerking.

Ga ook na in hoeverre de samenwerking realistisch en daadwerkelijk wenselijk is.

Maak vervolgens een afweging: is het zinvol om de zojuist ontworpen samenwerking aan te bevelen aan het management van het bedrijf? Neem een besluit of dat ook werkelijk gaat gebeuren.

Indien dat zo is: maak afspraken over het opstellen van een korte mondelinge of schriftelijke rapportage die ook echt aan het management van het bedrijf wordt aangeboden.

< Previous page        Back to Top       Next page >